Stefan Duchateau
duchteau.jpg

De recente cijfers over de ontwikkeling van de inflatie in de VS bieden nog weinig voor verbeelding. Het algemene peil van de consumptieprijzen laat met een toename van 0,8% op maandbasis zelfs de grootste opsprong in bijna 40 jaar optekenen. 

Toch gaven de aandelenbeurzen en obligatiemarkten initieel geen krimp, integendeel: Er werd zelfs enigszins opgelucht gereageerd op dit nieuws, zelfs ondanks het feit dat “slechts” met een toename van 0,73 procent rekening werd gehouden.

graf

Grafiek 1: Evolutie van de Amerikaanse kleinhandelsprijzen op basis van de CPI-index  

Na uitzuivering van deze inflatiecijfers voor voedsel- en energieprijzen blijkt enerzijds dat de kleinhandelsprijzen weliswaar met 4,9 procent op jaarbasis zijn opgelopen, maar dat anderzijds het groeitempo zich lijkt te stabiliseren, terwijl uit dezelfde statistieken ook blijkt dat het verwachte inflatiepeil in de komende jaren geleidelijk afneemt.

 

graf

Grafiek 2: Verwachte afname van de CPI-inflatie in de VS

Ook in deze context maakt de eerste zwaluw vanzelfsprekend de lente niet, maar kan dit erop wijzen dat de knelpunten in de aanbodketens stilaan opgelost geraken en de ongebreidelde prijsstijgingen van de intermediaire goederen in het productieproces achter ons liggen?

Uit een systematische rondvraag blijkt alleszins dat deze maand minder dan 1 op 3 van de Amerikaanse bedrijfsleiders nog problemen ondervindt van eventuele flessenhalzen in de aanbodketen. Dit in tegenstelling met vorige maanden toen er nog in 2 van de 3 ondernemingen duidelijke hinder werd gemeld door vertragingen bij de aanvoer van essentiële componenten. 

Maar evenmin dat we nu al kunnen stellen dat er al sprake is van een normalisatie van de bedrijfsactiviteit, kan er ook nog geen sprake van zijn dat de inflatiegolf reeds bedwongen is. This is not the end, this is not even the beginning of the end, this is just perhaps the end of the beginning. 

De inflatie-geest is immers wel degelijk uit de fles en de Amerikaanse centrale bank zal haar beleid –liever vroeger dan later- moeten bijsturen, zeker nu de conjunctuurbarometer een ongezien sterk momentum vertoont. 

De gecombineerde ISM-indicator, waarbij zowel de industriële sektoren als de dienstenactiviteiten wordt opgenomen, bevindt zich op het hoogste peil sinds de opstart van deze graadmeter in 1998.  

graf

Grafiek 3: Evolutie van de ISM-conjunctuurindicator in de VS (diensten en industrie) 

Als de inflatie (en dus ook de rente) in een dergelijke context onder controle kan worden gehouden, dan worden champagne en sigaren in bulk aangevoerd op de aandelenmarkten.  Als …

Het op 14 december gepubliceerde PPI-cijfer, dat de evolutie van de groothandelsprijzen in kaart moet brengen, sprong echter volledig uit de band. Niet alleen met een opzichtige stijging van 0,8% op maandbasis (waardoor de jaar-op-jaarstijging intussen liefst 7.6% bedraagt), maar ook door de ongunstige evolutie enkele deelcomponenten die een groot gewicht uitmaken in de PCE-index.

Erg belangrijk dus, want de Amerikaanse bank kan hierdoor geneigd zijn om haar monetaire beleid abrupt bij te sturen. Hierdoor vergroot de kans dat de economie (te) snel afkoelt. De beurzen kregen koude rillingen en vooral groeigerichte bedrijven deelden het hardst in de klappen na de bekendmaking van dit (afschuwelijke) PPI-cijfer.  

graf

Grafiek 4: Groot- en kleinhandelsprijzen in de VS, uitgezuiverd voor voedsel en energie

De onzekerheid op de financiële markten nam verder toe omdat de publicatie van dit onheilspellende cijfer zeer kort kwam voor de nieuwe zeswekelijkse meeting van de Amerikaanse centrale bank. 

Het huidige, extreem soepele monetaire beleid staat hoe dan ook haaks op een dergelijke economische context en moet met enige hoogdringendheid worden bijgestuurd om een oververhitting te vermijden. De Amerikaanse centrale bank heeft hiervoor twee vrijheidsgraden.

Enerzijds kan de beleidsrente geleidelijk worden opgetrokken, maar anderzijds kan ook het voorziene tapering-proces worden bijgestuurd. Hierbij wordt de huidige ondersteuning (van 120 miljoen US $ per maand) versneld afgebouwd waardoor normaliter de lange termijnrente kan oplopen. 

Maar de verwachting dat de inflatoire spanningen wellicht reeds in het eerste of tweede kwartaal van 2022 zullen afnemen, ontneemt de obligatierente de kracht om sterk toe te nemen. Een stijging van de rente op Amerikaanse lange termijnobligaties is echter onvermijdelijk, maar blijft in het huidige verwachtingspatroon beperkt tot een voorziene stijging met 25 basispunten binnen 12 maanden en nauwelijks meer voor de daaropvolgende jaren. Hierdoor stijgt de rente (hooguit) naar het peil waar het zich bevond voor het uitbreken van de pandemie. 

De Fed heeft intussen de verwachte bijsturingen in het beleid toegelicht. Dit lag volledig in de lijn van de verwachtingen. Eerst een versnelling van het tapering proces, vervolgens een drietal verhogingen van de beleidsrente, te beginnen in mei. Dit scenario kon u hier weken geleden al lezen. De Europese rente zal dit bescheiden opwaartse pad slechts ten dele kunnen meevolgen. 

graf

Grafiek 5: Rente op overheidsobligaties op 10 jaar (VS en Eurozone)

Met dat niveau konden we toen gerust leven. Dan moet dit nu zeker ook kunnen vermits intussen de bedrijfsresultaten stevig zijn toegenomen. De basisvoorwaarde hiervoor is echter dat de inflatie geleidelijk terug evolueert naar het niveau dat voor de aanvang van de gezondheidscrisis werd bereikt.

Om een geloofwaardig inflatiebeleid mogelijk te maken moet de Amerikaanse centrale bank echter (liever vroeger dan later) ingrijpen op de huidige beleidsrente. Iedereen is het daar roerend over eens. Er is geen enkele reden meer om in de VS de kortetermijnrente nog lang zo laag te houden. 

De meningen liepen echter sterk uiteen over de timing waarmee deze renteverhoging moet worden doorgevoerd. Gerespecteerde economisten van (bijvoorbeeld) Morgan Stanley situeren een dergelijke ingreep echter pas diep in het najaar van 2022. Men baseert zich hiervoor op de verwachte evolutie van de inflatie-indicatoren die in het voorjaar al voor een lager groeiritme zouden kiezen. Het hogere tempo bij de tapering zou dan volstaan om de prijsstijgingen in het gareel te houden.  

Anderen –waaronder wij- gingen ervan uit dat de Fed het zekere voor het onzekere zal nemen en reeds in mei 2022 de beleidsrente optrekt. Het huidige economische momentum is sterk genoeg om een dergelijke beperkte, eerder symbolische, ingreep in het monetaire beleid met gemak te verteren.

In juli en december kan dan probleemloos een tweede en derde verhoging met 25 basispunten worden doorgevoerd, gevolgd door enkele kleine aanvullende stappen in 2023 en 2024.  Pas binnen enkele jaren zou de beleidsrente zich dan terug bevinden op haar pre-pandemische niveau. 

De aandelen- en obligatiemarkten kunnen gerust leven met een dergelijk scenario en zullen er, na wat getwijfel- voor kiezen om hun opwaarts pad verder te zetten. Weliswaar na een eerdere, verfrissende snoekduik deze maand, waarbij de meest succesrijke bedrijven van de afgelopen twee jaar het hardst in de klappen moesten delen (en daarna overtuigend terug opveerden). We beschouwen dit –vreemd genoeg- als goed nieuws. 

Enerzijds omdat hierdoor een aantal achterblijvers terug wat wind in zeilen kregen. Het economische momentum is inderdaad voldoende sterk om ook de kneusjes op de beurs te ondersteunen. Anderzijds omdat het belastingseizoen op zijn laatste benen liep en het de hoogste tijd werd om winsten in de VS belastingvrij te realiseren door de compensatie met eerdere verliezen. De voornaamste slachtoffers zijn dan vanzelfsprekend de bedrijven die het meest gestegen zijn, maar hun koersdalingen creëren tegelijk een interessant instapmoment. 

De Europese centrale bank beschikt niet over de flexibiliteit van haar Amerikaanse tegenhanger. Er is weinig of geen ruimte om de beleidsrente te verhogen. Nochtans stijgt ook de inflatie in de Eurozone tegen een opzienbarend tempo. Maar ook hier wordt de premisse gehanteerd dat deze opstoot het resultaat is van opstoppingen in de aanbodketen, in combinatie met een versneld uitgavenpatroon bij consumenten. Wanneer de pandemie uiteindelijk zal wijken en ook het virus in het spreekwoordelijke zand zal bijten, zal de normalisering van de economische activiteit leiden tot een afzwakking van de Europese inflatie. 

Intussen, ver hier vandaan, worstelt China met zijn economische demonen en krijgt zijn groei niet aangezwengeld, ondanks alle pogingen daartoe. De meest recente maatregel betrof een (verdere) daling dan de reserveverplichtingen van de Chinese banken. Hierdoor kan (nog) meer krediet worden verstrekt aan lokale bedrijven, tegen gunstige rentetarieven. Wellicht kadert deze drastische ingreep ook in het geheel van de maatregelen waarmee men de fall out van het falende vastgoedbedrijf Evergrande tracht te beperken. We blijven aandachtig toekijken. Vanaf de zijlijn, weliswaar. 

Zoals dat ook geldt voor de meeste aspecten van de menselijke activiteit, geldt ook bij het beheer van beleggingsfondsen dat de beste voorbereiding voor morgen er voornamelijk uit bestaat om vandaag je best te doen. 

Accenten

En dat doen we door zorgvuldig en weloverwogen accenten te kiezen in sectoren, sub-sectoren en investeringsthema’s. Dit resulteert (nog steeds) in overwogen posities in life style en technologie. Dat laatste accent moet echter genuanceerd worden.

De aandelenkoersen bij sommige onderdelen van dit segment zijn immers wat aan de dure kant, maar na een grondige analyse van de toekomstmogelijkheden van een aantal andere sub-sectoren bieden zich toch enkele opportuniteiten aan: Bepaalde types van semiconductoren en de toeleveranciers van productieapparatuur hiervan, cloudapplicaties, meet- en regeltechniek en beveiligingssoftware blijven voldoende opwaarts potentieel bieden om een uitgesproken accent te behouden. 

Het meest robuuste thema blijft voor de groeiende noodzaak tot verdere automatisatie, om zodoende niet langer afhankelijk te zien van de wispelturige beschikbaarheid van werkkrachten en de stijgende loonkosten die hiermee gepaard gaan. Het gebruik van artificiële intelligentie zal de efficiëntie van deze investeringen nog verhogen.  

Binnen het beleggingsthema life style valt momenteel vooral de farmaceutische sector op. Niet alleen een aantal van de traditionele pillendraaiers maar zeker ook de sub-sector van medische apparatuur.  

Onze specifieke sectorale accenten leiden tot een overwogen positie in de VS en vandaar ook een blootstelling aan wisselkoersrisico. Vanzelfsprekend houden we ook dit aspect nauwlettend in de gaten en gebruiken een kwantitatief model (of wat had u gedacht …) om de koersontwikkelingen van de Green back te monitoren.

Natuurlijk laat de capricieuze dollar zich niet zo maar in een keurslijf gieten maar de fundamentele bewegingen kunnen we wel relatief goed in kaart brengen. Het resultaat van deze analyse is alleszins dat er momenteel geen direct aanleiding is om te spreken van een over- of onderweging van de US$ ten opzichte van de euro.

graf

Grafiek 6: USD-EUR wisselkoers en de modelwaarde

(Hoe lager de rode lijn, hoe sterker de US$ is ten opzichte van de euro)

In deze donkere dagen voor Kerst zijn het overigens niet alleen de inflatiecijfers die door het dak gaan. Ook het Covid-19- virus laat zich opnieuw van zijn krachtigste kant bewonderen. De vierde golf van besmettingen is goed op weg om vorige records van de tabellen te vegen (en de winter is niet eens begonnen). Alle lovenswaardige pogingen ten spijt, rukt het virus verder op en dit vooral in de Nederlanden (en komt Frankrijk sterk opzetten). 

Ondanks de ontelbare nieuwe en oude maatregelen. Het bewijst eens te meer de wijze woorden van Rome’s meest gerespecteerde historicus Tacitus: Hoe meer regels een overheid uitvaardigt, hoe meer dit bewijst dat ze het probleem niet onder controle hebben. 

Geen paniek, dit komt allemaal nog wel goed. De natuur komt ons op tijd te hulp: De meest besmettelijke variant verdrukt alle andere om nadien zelf af te zwakken tot de welbekende ordinaire griep. Trouwens, niet dat we hem missen of zo, maar waar is die, eigenlijk? 

Prof. Dr. Stefan Duchateau is hoogleraar beleggingsleer en Investment Officer kennisexpert.

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No