Klaverblad Verzekeringen belegt haar aandelenportefeuille in zijn geheel discretionair. ‘Je wilt grip hebben’, zegt manager vermogensbeheer Madelon Moorlag. ‘Als er vandaag iets met een bedrijf gebeurt, willen wij daar morgen op kunnen reageren. Daarom beleggen we bij voorkeur niet in beleggingsfondsen, alleen in individuele aandelen. En nee, dat is niet duurder.’
Madelon Moorlag begon in 2018 bij Klaverblad met het integreren van duurzaamheid in het beleggingsbeleid. Bijna zes jaar later is dat project praktisch afgerond, maar in gesprek met Investment Officer geeft de manager vermogensbeheer aan dat er vervolgens nog genoeg werk aan de winkel is. ‘Je wilt je immers blijven verbeteren. Je blijft denken: hoe kunnen we dít nog voor elkaar krijgen, hoe kunnen we dát beter ingeregeld krijgen.’
‘Dit en dat’ betreffen in het geval van Klaverblad met name het engagement- en voting-deel van het beleggingsproces. ‘Je verbindt je aan het engagementproces van je externe managers, maar dat gaat voor ons vaak niet ver genoeg: we willen het dichterbij, we willen meer grip kunnen hebben’, aldus Moorlag. ‘Dat betekent bijvoorbeeld dat wij meer informatie willen ontvangen over de resoluties die in stemming komen. Dus wil je de agenda’s van de aandeelhoudersvergaderingen ontvangen. Kan dat via de manager of moet dat via de custodian? Dat soort zaken moet je dan uitzoeken.’
Want duurzaam beleggen is, zo zegt Moorlag, nog lang niet een kwestie van standaardprocessen. ‘Dé uitdaging rond het implementeren van duurzaamheid is kennis. Deels is die kennis er, deels ontwikkelen we die nu heel snel met zijn allen, maar voor een deel moet je ook nog zeggen: dit weten we niet en voorlopig zullen we dat ook nog niet weten. Ik zie om mij heen dat veel institutionele beleggers hiermee worstelen.’
Verzekeraars werken daarom op sommige fronten samen om die kennis te ontwikkelen. In 2019 ondertekende het Verbond van Verzekeraars het IMVO-convenant met de overheid, ngo’s en vakorganisaties en dat betekende onder andere dat alle verzekeraars duurzame criteria in hun beleggingsbeleid moesten gaan opnemen. Moorlag: ‘Datzelfde jaar ondertekende Klaverblad ook het Klimaatcommitment Financiële Sector, waarmee we ons vastlegden op het ontwikkelen van een klimaatactieplan.’
Expertgroep verzekeraars
Intussen zijn die trajecten afgerond. ‘Maar wij gaan dus gewoon door’, aldus Moorlag. ‘In vervolg op het IMVO-convenant zijn we onlangs met een groep van zo’n vijftien verzekeraars een expertgroep gestart om verder te gaan met de kennisontwikkeling. Wat we precies samen gaan doen is nog niet helemaal duidelijk, dat hangt af van de behoeftes en die zijn we nu aan het inventariseren. Dataverzameling en -gebruik, criteriaontwikkeling, samen engagement uitvoeren, het zou van alles kunnen zijn.’
Samenwerkingsvormen zullen overigens niets afdoen aan de eigen verantwoordelijkheid van elke belegger, zo wil Moorlag wel benadrukken. Die eigen verantwoordelijkheid is juist een kernpunt van duurzaam beleggen, vindt zij. ‘Die kun je dus niet uitbesteden. Wat mij betreft moet je, juist omdat je veel uitbesteedt, extra goed opletten dat er wordt belegd volgens jouw uitgangspunten. Dat is ook de reden dat je die grip wilt. Als wij zeggen dat wij een menselijke, open, eerlijke en niet-complexe organisatie zijn en dat we willen beleggen op een manier die daarbij aansluit, dan moeten wij ook kunnen zien en kunnen controleren dat dit werkelijk zo gebeurt.’
Discretionaire mandaten
Deze overtuiging leidde onder meer tot het discretionaire beleggingsbeleid. De hypotheekbeleggingen - zo’n 15 procent van de portefeuille van grofweg 750 miljoen euro - zijn in fondsvorm gegoten (bij Aegon). Maar de aandelen (ongeveer 33 procent), bedrijfsobligaties (circa 16 procent) en de staatsobligaties (circa 30 procent) zijn ondergebracht in discretionaire mandaten, bij respectievelijk BNP Paribas, Candriam en OHV. ‘Als er vandaag iets met een bedrijf of met een land gebeurt, dan wil ik daar morgen op kunnen reageren’, geeft Moorlag als motivatie daarvoor. ‘En nee, beleggen in individuele aandelen is niet duurder dan in de vorm van beleggingsfondsen.’
Voor de aandelen is het resultaat een mand met driehonderd aandelen. ‘De benchmark is MSCI Europe ex UK en die bevat 360 aandelen. We hebben dus al flink wat keuzes gemaakt, waarbij de tracking error wordt losgelaten ten behoeve van duurzame keuzes. Overigens niet zoveel dat de risicospreiding is veranderd.’
Grote corporates?
De keuze voor Europa past ook bij de wens om grip te hebben, de vinger aan de pols te kunnen houden. ‘Beleggingen kunnen heel makkelijk ‘ver weg’ voelen. Dat willen we niet. In dat kader gaan we nu bijvoorbeeld ook beleggen in het Nederlandse mkb, via het private debt-fonds van OHV, Voordegroei. En in dat kader past ook dat we blijven nadenken over hoe we zo’n actief mogelijke rol kunnen spelen in het stimuleren van duurzaam beleid door de bedrijven waarin we beleggen.’
‘Dan is het dus ook logisch dat je af en toe filosofeert over de vraag of je nog wel wilt beleggen in multinationals. Weet je precies wat daar allemaal gebeurt? En is het eigenlijk wel mogelijk als kleine aandeelhouder invloed uit te oefenen op wat daar gebeurt? Wij zijn daar in ieder geval niet groot genoeg voor. Dus moet je dat wel doen? Dat zijn bijvoorbeeld de vragen die we onszelf stellen. Duurzaam beleggen blijft zich ontwikkelen.’