De Europese Centrale Bank (ECB) kan in de knel komen met het beloofde opkoopprogramma van staatsobligaties. Veel Europese financiële instellingen willen dat type schuldpapier helemaal niet kwijt.
De ECB kan dan maar een ding doen: beleggers ‘verleiden’ hun obligaties te verkopen door hoge prijzen te betalen. Dat zal vooral gebeuren naarmate het opkoopprogramma langer loopt, voorspellen grote internationale beleggers.
Om de economie te stimuleren en vooral de inflatie in de eurozone aan te jagen, gaat de ECB vanaf volgende maand tot september 2016 voor 1.140 miljard euro aan Europese obligaties opkopen. Dat is 60 miljard per maand aan kwantitatieve verruiming (‘QE’ in jargon), in navolging van soortgelijke stimuleringsprogramma’s die de Amerikaanse Federal Reserve, Bank of England en de Bank of Japan eerder al uitvoerden.
Details volgen nog
De centrale bank heeft alleen de contouren van dit opkoopprogramma bekendgemaakt: de details komen volgende maand.
‘Het zijn de grote, internationale vermogensbeheerders die hun staatsobligaties zullen verkopen’, aldus beleggingsstrateeg Andrea Iannelli van Fidelity. Zo is een kleine 40 procent van de Spaanse en Italiaanse staatsleningen in buitenlandse handen — onder meer bij vermogensbeheerders, centrale banken en hedgefondsen. Japanse institutionele beleggers hebben de voorbije jaren fors Franse staatsobligaties opgekocht. Dat soort beleggers zal moeten gaan verkopen.
Want van de Europese banken, verzekeraars en pensioenfondsen hoeft de ECB weinig aanbod te verwachten.
Rabobank-directeur Bert Bruggink zegt vandaag in het Financieele Dagblad: ‘Banken zijn verplicht liquiditeiten aan te houden in de vorm van staatsobligaties. Dus als ik nu overheidspapier verkoop, moet ik er weer andere staatsobligaties voor terugkopen. Ik heb er dus niets aan.’
Regelgeving verscherpt
Sinds de kredietcrisis is de regelgeving voor banken en verzekeraars fors verscherpt. Daardoor moeten zij veel staatsobligaties aanhouden als kapitaal en hebben zij ze hard nodig als onderpand bij transacties. ING, Rabobank en ABN Amro verklaarden mede daarom al dat ze geen staats papier zullen verkopen aan de ECB, terwijl ook pensioenuitvoerder APG geen obligaties verkoopt aan Frankfurt.
Veel financiële instellingen in de eurozone zullen ook nog terughoudend zijn in de verkoop van hun schuldpapier, omdat er weinig alternatieven zijn. De opbrengst moet worden herbelegd, maar de vraag is waar in: het rendement op Europese obligaties in extreem laag. Geld aanhouden bij de ECB is geen alternatief, omdat daarop een boete staat. Banken denken het geld niet rendabel uit te kunnen zetten.
Goede prijs
‘Wij zullen Europese staatsobligaties wel verkopen, maar alleen als er elders beter rendement te behalen valt’, zegt Paul Brain, hoofd van het obligatieteam van Newton, onderdeel van Bank of New York Mellon. ‘Maar dan moet er wel een goede prijs voor de obligaties worden betaald.’
Anders gezegd: de rentes zijn al laag en dus zijn de obligatiekoersen gestegen, maar willen beleggers hun stukken aan de ECB verkopen, dan zal Frankfurt meer moeten betalen dan de huidige prijs. De rente zal daarom dus nog lang laag blijven. Brain verwacht dat er niet elke maand voldoende aanbod is van obligaties. ‘Het opkopen zal heel erg hobbelig gaan.’
Zo’n 27 procent van het op te kopen papier zal bestaan uit Duitse staatsobligaties. Frankrijk 20 procent, Italië 18 procent, Nederland bijna 6 procent.
Niet eenvoudig
In theorie betekent dit, als de ECB en de nationale centrale banken elke maand 45 miljard euro aan staatsleningen gaan kopen, zij voor 11,7 miljard Duitse obligaties gaan opkopen, voor 9 miljard euro aan Frans papier, voor 6,75 miljard aan Italiaans papier en voor 2,7 miljard aan Nederlandse staatsleningen. Maar eenvoudig is dat niet.
Zo heeft Duitsland een begrotingsevenwicht. Er komt daardoor geen nieuwe schuld meer bij, er worden alleen leningen uitgegeven voor herfinanciering. Desondanks moeten de Europese Centrale Bank en de Bundesbank voor het einde van het jaar voor meer dan 100 miljard euro aan Duitse staatsobligaties weten op te kopen.
Een ander voorbeeld: Finland gaat dit jaar 10 miljard euro lenen. De ECB en de Finse centrale bank zouden daar 7 miljard euro van moeten op kopen om aan de streefgetallen te komen. Dan blijft er nauwelijks nog verhandelbare schuld over voor overige beleggers.
Illiquide markten
Obligatieanalist Kim Liu van ABN Amro vreest illiquide markten.
‘Als je merkt dat er minder verkopers zijn van staatsobligaties, dan zal je als belegger ook niet meer short gaan.’ Bij short gaan verkoopt een belegger een obligatie om die later tegen een lagere prijs weer terug te kopen — maar juist dat laatste wordt lastig wanneer er amper nog verkopers zijn. ‘De ECB zal de markt zeker verstoren.’
In geval van nood kan de ECB volgens Kommer van Trigt van Robeco nog uitwijken naar andere delen van de obligatiemarkt. Kort nadat was besloten tot QE, heeft Van Trigt gesproken met de mensen van de ECB die het opkoopprogramma daadwerkelijk gaan uitvoeren.
Ander schuldpapier
‘Als er echt ontwrichting van de markten plaatsvindt, dan is er speelruimte om ander schuldpapier te kopen, zoals “inflation linked bonds” ’, aldus Van Trigt.
De ECB zelf houdt ondertussen alle opties open, zegt een woordvoerder in Frankfurt. ‘Iedere maand kan weer anders zijn. Het is lastig om nu sommetjes te maken.’
Copyright: Het Financieele Dagblad, 2 februari 2015.