A row of cooling towers at Google's data centre near Mons, Belgium.
A row of cooling towers at Google's data centre near Mons, Belgium.

Gigantische datacenters concurreren niet alleen om rekenkracht, maar ook om elektriciteit en water. Dat dwingt technologiereuzen hun energiegebruik fundamenteel te herzien. Voor portfoliomanagers is het groeiverhaal van AI inmiddels onlosmakelijk verbonden met de wereldwijde energietransitie.

Voor Liudmila Strakodonskaya, ESG-analist bij Comgest, is de opkomst van AI uitgegroeid tot een strategisch strijdtoneel waarin efficiëntie het verschil maakt.

Liudmila Strakodonskaya

‘Wees voorzichtig met de AI-race’, zegt ze in een gesprek met Investment Officer. ‘Wees je bewust van de fysieke beperkingen van de digitale wereld. De hele infrastructuur erachter steunt op zeer eenvoudige, eindige natuurlijke hulpbronnen.’

Die waarschuwing raakt aan een ongemakkelijke waarheid: de digitale wereld draait op fysieke grenzen. Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) verbruikten datacenters, AI en cryptomining in 2022 samen zo’n 460 terawattuur elektriciteit. In 2026 kan dat oplopen tot meer dan 1.000 terawattuur, net zoveel als het jaarlijkse stroomverbruik van Japan. In Ierland nemen datacenters al meer dan een vijfde van het nationale stroomverbruik voor hun rekening; in Amerikaanse staten als Virginia en Arizona loopt dat op tot bijna 30 procent.

‘We bereiken ten minste de eerste fysieke grenzen van de infrastructuur’, aldus Strakodonskaya.

AI botst op de werkelijkheid

Techreuzen als Google, Microsoft, Nvidia en Meta vechten om toegang tot schone energie. ‘Ze zijn allemaal extreem competitief in de inkoop van stroom en hernieuwbare energiecertificaten’, zegt de analist. ‘De hoeveelheid schone energie is momenteel niet genoeg, dus gebruiken ze alle indirecte middelen die beschikbaar zijn om te blijven groeien.’

In de Verenigde Staten vormt het elektriciteitsnet inmiddels een serieuze belemmering. Veel regionale netwerken zitten vol, waardoor aansluitingen van nieuwe datacenters en duurzame projecten vertraging ondervinden. Door verouderde transmissielijnen, een overbelast stroomnet en trage vergunningverlening vormt de elektriciteitsvoorziening, niet chips, de grootste rem op verdere AI-groei.

Microsoft kiest een opvallende route: het wil een deel van de kerncentrale van Three Mile Island in Pennsylvania herstarten om zijn AI-activiteiten van energie te voorzien. Een symbolisch voorbeeld van hoe ver de sector moet gaan om de honger naar rekenkracht te stillen.

Ierland en Nederland vol, België heeft plek

Ook in Europa raken de grenzen in zicht. Google investeert 5 miljard euro in België, waar nieuwe windcontracten en een verlengde levensduur van twee kerncentrales extra capaciteit bieden. In Ierland en Nederland daarentegen ligt de uitbreiding van hyperscale-datacenters stil door overbelasting van het net.  ‘Sommige landen hebben nog capaciteit en politieke wil, anderen zitten feitelijk vol’, zegt Strakodonskaya.

De boodschap is duidelijk: digitale groei botst op fysieke realiteit. Ook in de VS, waar nog ruimte is om te bouwen, dreigen dezelfde beperkingen van transmissie en opwekking. AI mag dan grenzeloos lijken, de infrastructuur waarop het draait is dat niet.

ESG- en AI-teams werken samen

Binnen big tech verschuift de ESG-discussie van beleid naar uitvoering. De samenwerking tussen ESG- en AI-teams komt niet voort uit idealisme, maar uit noodzaak. ‘Er zijn geen directe aanwijzingen in hun openbare rapportage dat deze teams naast elkaar zitten’, merkt de Comgest-analist op, ‘maar wie de vergaderingen over deze thema’s bijwoont, ziet altijd een ESG-specialist of milieustrateeg én een infrastructuurplanner of AI-verantwoordelijke. De samenwerking is er dus al.’

De nieuwe samensmelting van duurzaamheid en technologie draait vooral om efficiëntie, zowel qua energie als financieel. Strakodonskaya: ‘Ik kan niet zeggen dat duurzaamheid momenteel de belangrijkste drijfveer is om te investeren in energie-efficiëntie van datacenters. Dat volgt vanzelf. Zodra je begint te optimaliseren, verminder je je energie-intensiteit en ga je ook nadenken over hoe de schone energie je datacenter bereikt.’

De innovaties volgen elkaar snel op. Naast Microsofts nucleaire herstart investeren bedrijven in vloeistofkoeling, een nieuwe generatie chips die minder energie verbruiken en technologieën om het elektriciteitsnet te stabiliseren. Energie- en waterbeheer worden zo concurrentiefactoren die de waarderingen van big tech in de komende tien jaar kunnen bepalen.

Systemisch

De gezamenlijke beurswaarde van Apple, Microsoft en Alphabet, samen goed voor ruim 9.000 miljard dollar, evenaart inmiddels het bbp van Duitsland, Japan en het Verenigd Koninkrijk. De energiekeuzes van deze bedrijven hebben daarmee systemische gevolgen, niet alleen voor technologiebeleggers, maar voor de wereldwijde grondstoffenmarkten.

Bij Comgest vloeien deze inzichten rechtstreeks door in de beleggingsanalyse. Ondanks een zichtbare ESG-terugslag in de VS lanceerde de firma in juli het nieuwe fonds Comgest Growth America ESG Plus, als uitbreiding van haar Amerikaanse groeistrategie. Het fonds volgt dezelfde geconcentreerde, kwaliteitsgerichte aanpak, maar met meer nadruk op materiële ESG-risico’s.

‘Ons onderzoek naar de ESG-voetafdruk van datacenters vloeit direct terug in onze bedrijfsanalyse’, aldus zei Strakodonskaya. Voor hyperscalers als Alphabet en Oracle betekent dat: nagaan of hun klimaatstrategieën echt rekening houden met afhankelijkheid van energie en infrastructuur. Voor bedrijven als Vulcan Materials en Analog Devices ligt de nadruk op diversificatie buiten datacenters en op de ontwikkeling van lagekoolstof- en elektrificatieoplossingen.

Author(s)
Target Audiences
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No