Skyline banks Frankfurt. Photo by Matthias Münning on Unsplash
Skyline banks Frankfurt. Photo by Matthias Münning on Unsplash

Europese banken gaan 2026 in met solide balansen, maar met minder ruimte voor fouten. Na een uitzonderlijk lange kredietcyclus stapelen de risico’s zich op, juist nu de economische omgeving onzekerder wordt, blijkt uit de European Bank Outlook 2026 van kredietbeoordelaar Scope Ratings.

Volgens Marco Troiano, hoofd ratings voor financiële instellingen bij Scope, bevindt de sector zich in ‘het late en laatste deel van een ongebruikelijk lange cyclus’. De veerkracht is nog altijd groot, maar banken hebben ‘zeer weinig ruimte om schokken op te vangen als die zich voordoen’, waarschuwt hij, nu politieke en marktrisico’s verder toenemen.

De prijzen van vastgoed, aandelen en alternatieve beleggingen blijven hoog. Een correctie zou de waarde van onderpand aantasten, de kredietverlening afremmen en het vertrouwen schaden, aldus het in Berlijn gevestigde Scope. Politieke onzekerheid vormt een extra risicofactor. De Franse presidentsverkiezingen van 2027 zijn daar een voorbeeld van, met mogelijke gevolgen voor begrotingsbeleid en staatsrentes. Ook de afhankelijkheid van financiering in Amerikaanse dollars maakt Europese banken kwetsbaar, vooral als de mondiale liquiditeit verkrakt.

Volgende fase van de cyclus

Ondanks deze risico’s gaan banken de volgende fase van de cyclus in vanuit een sterke uitgangspositie. De ratings van Scope plaatsen grote Europese banken stevig in de investment-gradecategorie, waaronder BNP Paribas, Crédit Agricole, ING en Santander.

Andere kredietbeoordelaars delen deze analyse. Moody’s, S&P Global Ratings en Fitch wijzen op sterke kapitaalposities, een solide winstgevendheid en vooralsnog gunstige kredietkwaliteit. Tegelijkertijd verwachten zij dat de winstgroei afzwakt naarmate de rente normaliseert. 

Met het oog op 2026 verschuift de aandacht van de kredietbeoordelaars van inkomensgroei naar neerwaartse risico’s, zoals een zwakkere kredietkwaliteit bij bedrijven, herfinancieringsdruk en politieke onzekerheid. Volgens de ratingbureaus draait het voor banken minder om solvabiliteit en meer om uitvoering in een volatieler klimaat, waarin toegang tot financiering en kapitaalflexibiliteit belangrijker worden.

Scope verwacht wel enige verslechtering naarmate de economische groei vertraagt en de druk op bedrijfsbalansen toeneemt. ‘We voorzien een gematigde stijging van het aantal wanbetalingen, maar dit zal de kredietkwaliteit niet wezenlijk aantasten,’ aldus Troiano vorige week in een toelichting. Kapitaalbuffers moeten de tegenwind opvangen.

Synthetische risico-overdrachten

Tegelijkertijd signaleert Scope een structurele verandering in het balansbeheer van banken. Het gebruik van synthetische risico-overdrachten, zogeheten synthetic risk transfers (SRT’s), neemt toe, vooral bij grote instellingen zoals Santander, UniCredit, BBVA, BNP Paribas en ING.

Met SRT’s kunnen banken leningen op de balans houden terwijl het kredietrisico wordt overgedragen aan externe beleggers, meestal via derivaten of gestructureerde producten. Zodra het economische risico is verplaatst, staan toezichthouders toe dat risicogewogen activa worden verlaagd. Dat maakt kapitaal vrij en ondersteunt de kapitaalratio’s.

De zorg zit niet in de huidige marktomstandigheden, maar in het functioneren van deze structuren onder stress. SRT-transacties moeten periodiek worden verlengd, waardoor banken afhankelijk blijven van beleggersbereidheid. In een neergang kan die bereidheid afnemen, wat herfinanciering moeilijker of duurder maakt.

Toezichthouders volgen dit nauwgezet. ‘Onze taak is om veerkracht te waarborgen. Er komt vroeg of laat een recessie. We moeten ervoor zorgen dat deze structuren daartegen bestand zijn,’ zei Jean-François Carpantier, hoofd risico’s bij de macroprudentiële afdeling van de Luxemburgse toezichthouder CSSF, onlangs op een conferentie, verwijzend naar SRT-risico’s.

Consolidatiedruk

Consolidatie blijft naar verwachting ook in 2026 een thema. Scope wijst op banken met voldoende financiële ruimte voor overnames, waaronder BNP Paribas, Crédit Agricole, Intesa Sanpaolo, UniCredit, ING, DNB en Nordea. Andere instellingen, zoals ABN Amro, Caixabank, Société Générale en Commerzbank, beschikken over minder speelruimte.

Grensoverschrijdende fusies blijven lastig. Vanwege nationale toezichtkaders, politieke afwegingen en verschillen in insolventieregels en depositogarantiestelsels geven banken de voorkeur aan binnenlandse of regionale transacties, aldus Scope. De kredietbeoordelaar verwacht dat de meeste activiteit gericht zal zijn op kleinere overnames die kernactiviteiten, technologie of provisie-inkomsten versterken, in plaats van grootschalige, transformerende fusies.

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No