Frank 't Hart
i-PM25vrk-XL.jpg

Het tuchtrecht van DSI bestaat al vijftien jaar, voornamelijk voor de effectenbranche. Toch wordt het vanaf volgend jaar pas echt spannend, als er tuchtrecht komt voor alle bankmedewerkers.

Hoewel de DSI-tuchtcommissie adviseurs, vermogensbeheerders of analisten in een uiterst geval uit haar registers kan schrappen, wijst advocaat Frank ‘t Hart erop dat het huidige tuchtrecht geen wettelijke verplichting is. Aansluiting en registratie bij DSI is momenteel vrijwillig.

Vanaf volgend jaar gaan bankmedewerkers door een wetswijziging echter allen onder het tuchtrecht vallen dat op verzoek van de Nederlandse Vereniging van Banken door DSI zal worden uitgevoerd.

Hart Advocaten deed onderzoek naar 15 jaar DSI-tuchtrecht. DSI gaat op verzoek van de Nederlandse Vereniging van Banken het tuchtrecht voor al het bankpersoneel verzorgen.

Ingrijpende verandering

‘Tuchtrecht voor alle bankmedewerkers, is een ingrijpende verandering’, aldus ‘t Hart. ‘Dit betekent dat mensen zich goed bewust moeten zijn van wat ze wel en niet doen. Ze kunnen zich niet verschuilen achter een organisatie. Ze kunnen als persoon tuchtrechtelijk aangesproken worden.’

Dat is wat anders dan een klacht tegen een instelling bij een instantie zoals het Kifid. Daar staat het handelen van de instelling centraal. Bij het tuchtrecht staat de individuele medewerker centraal.

Of hij de invoering van het tuchtrecht goed vindt? ‘Ik vind dat je mensen eerst goed moet opleiden en trainen. Tuchtrecht en maatregelen zoals een boete of een royement zijn nodig maar blijven een uiterste remedie.’

Het nieuwe tuchtrecht gaat voor alle medewerkers van banken gelden, dus ook voor de receptioniste. ‘t Hart: ‘De Raad van State heeft in zijn advies over de nieuwe wetgeving aangegeven dat het tuchtrecht niet voor alle bankmedewerkers zou moeten gelden’. ‘Maar ja’, zegt ‘t Hart, ‘ik kan begrijpen dat soms verder moet worden gegaan dan noodzakelijk om het vertrouwen terug te winnen’.

Top 3-tuchtzaken

Uit het verrichte onderzoek door Hart advocaten blijkt onder andere wat de ‘top 3’ aan verwijten is die in tuchtzaken wordt gemaakt. 70 keer werd gebrek aan integriteit verweten, 29 keer gebrek aan kennis en 27 keer ongewenste vermenging van privé en zakelijke belang dan wel belangenverstrengeling.


Overigens kunnen in een zaak meerdere verwijten worden gemaakt. De laatste jaren zijn er relatief minder zaken. In 2013 kwamen er drie zaken voor de DSI-tuchtcommissie. Een één geval volgde er vorig jaar royement. In een van de andere zaken werd er een geldboete opgelegd van 500 euro.

Hieruit moet je volgens ‘t Hart niet concluderen dat het allemaal niet zoveel voorstelt. ‘Het gaat niet alleen om de hoogte van de boete. Je hebt toch ook wel wat uit te leggen als je tuchtrechtelijk bent veroordeeld. De omvang van de boete is wellicht minder erg dan de veroordeling zelf.’

Hoe het komt dat er de laatste jaren minder zaken zijn voorgekomen, is niet onderzocht. ‘t Hart: ‘Daar kunnen verschillende redenen voor bestaan. De mooiste is natuurlijk dat partijen de zaken beter op orde hebben. Maar het kan ook zijn dat er om de een of andere reden minder misstanden gemeld worden. Anders dan bij het Kifid, waar een klant zelf een zaak kan beginnen, werkt het DSI-tuchtrecht met een aanklager, maar die moet wel van zaken op de hoogte worden gebracht.’

‘Ik verwacht wel dat het aantal tuchtzaken door de wettelijke regeling zal toenemen en dat er dus meer uitspraken zullen komen. Er zijn immers meer mensen onderworpen aan het tuchtrecht.’

Over het algemeen werd er de afgelopen vijftien jaar in tweederde van de tuchtzaken van DSI een maatregel opgelegd, in een derde van de gevallen dus niet. Zes keer was er sprake van royement.

Ontbreken van kennis

Verbaasd is ‘t Hart vooral over het relatief hoge aantal zaken waarin het ging om het ontbreken van kennis. ‘Over de benodigde kennis beschikken is toch wel een elementair vereiste om je vak uit te kunnen oefenen. De juiste kennis, vaardigheden en normbesef, daar draait het om’, zegt hij.

‘Hier moet dus ook op getraind worden. Net als andere beroepsgroepen die tuchtrechtelijk aangesproken kunnen worden zoals medici en advocaten, die de verplichting tot permanente educatie kennen.’

Niet op basis van het huidige onderzoek maar uit zijn eigen juridische praktijk komt naar voren dat adviseurs vooral beter opgeleid zouden moeten worden als het gaat om oordeelsvorming. Daarnaast zullen de schriftelijke vaardigheden moeten worden verbeterd, zegt hij.  

‘We moeten ons wel beseffen dat inzichten de laatste tijd sterk zijn veranderd. Vroeger was een goed advies iets anders dan nu. Een advies is tegenwoordig goed als het past bij de doelstellingen van de klant en als bovendien goed schriftelijk is vastgelegd hoe je tot het advies bent gekomen.’

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

Author(s)
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No