De gehele financiële sector en dus ook asset managers hebben de schijn tegen op het gebied van kosten. Er is in de media en bij het brede publiek, ondanks de toegenomen transparantie, weinig vertrouwen dat er niet ergens in beleggingsfondsen toch kosten worden verborgen.
Het Engelse equivalent van de Dufas, de Investment Association, publiceerde vorige maand een onderzoek naar verborgen kosten en concludeerde dat deze niet bestaan. Dit onderzoek rammelt echter aan alle kanten en leverde een storm van kritiek op.
Nederland loopt op het gebied van kostentransparantie voor op veel andere Europese landen. Dit komt onder andere door het provisieverbod, het toezicht van AFM en DNB op pensioenfondskosten en de AFM discussies over de kostenmaatstaf beleggingsdienstverlening. Toch zijn kosten bij een beleggingsfonds vaak niet zo zeer verborgen maar intransparant.
Soorten kosten
Binnen een beleggingsfonds vallen veel verschillende kostensoorten te onderscheiden. Zo leidt het uitvoeren van transacties voor een beleggingsfonds tot brokerkosten, beurskosten en market impact kosten. De administratie van een beleggingsfonds brengt (sub)custody kosten, depositary kosten, fondsadministratiekosten, accountantskosten, transfer agent en registrar kosten, paying agent kosten en domiciliary agent kosten met zich mee.
Indien bij het beheer gebruik wordt gemaakt van het uitlenen van effecten (securities lending), dan worden die kosten vaak ook doorbelast aan het fonds. Dan zijn er nog toezichtskosten, zoals de kosten van het doorlopend toezicht van de AFM.
Dit zijn allemaal kosten die naast de reguliere jaarlijkse beheerkosten bestaan. De beheerkosten moeten de kosten van de beleggingsgerelateerde en commerciële activiteiten van de beheerder dekken.
Daarnaast zijn er nog belastingen die als gevolg van de activiteiten van een beleggingsfonds ten laste van het fondsvermogen komen. Sommige landen zoals Luxemburg heffen een belasting over het beheerd vermogen, sommige landen zoals UK, Ierland Frankrijk en Italië heffen een transactie gerelateerde belasting.
Tot slot zijn er kosten doordat dividendbelasting op uitgekeerde dividenden niet volledig te verrekenen valt of terugvorderbaar is.
Kosten en rendement
Alle kosten in ogenschouw nemend lijkt het bijzonder dat er nog rendement over blijft voor de klant. Een beheerder van beleggingsfondsen heeft als verantwoordelijkheid om de kosten voor het beleggingsfonds op een verantwoorde manier laag te houden. Gelukkig worden veel van de hiervoor beschreven diensten die tot kosten leiden door gespecialiseerde dienstverleners uitgevoerd. Daardoor kunnen de kosten worden beperkt.
Dit neemt niet weg dat het onder andere door toenemende regelgeving duurder is geworden om een beleggingsfonds te beheren. Schaalgrootte is dan ook van groot belang.
Beleggingsfondsen in asset classes met veel concurrentie hebben geen toekomst indien het belegd vermogen niet onder de 50 miljoen euro blijft.
Verborgen of intransparante kosten
Ook al zou er vooraf geen enkele informatie zijn over de kosten binnen een beleggingsfonds, dan worden ze uiteindelijk achteraf inzichtelijk in het gerealiseerde rendement van het beleggingsfonds. Dit maakt de discussie over verborgen kosten ook lastiger. Als de kosten in het rendement tot uitdrukking komen, hoe kunnen ze dan verborgen zijn?
Er zijn kostenposten die alleen zichtbaar zijn in de administratie van het beleggingsfonds. De kosten verbonden aan securities lending worden bijvoorbeeld vaak niet of niet duidelijk openbaar gemaakt in het prospectus of jaarverslag. De kosten voor het lenen van geld door het beleggingsfonds evenmin.
Ook over de kosten van het uitvoeren van transacties door brokers wordt over het algemeen weinig informatie gegeven. Deze kosten worden ook niet meegenomen in de verplicht te publiceren total expense ratio of de lopende kosten factor.
De vraag is of een beheerder van een beleggingsfonds volledig inzicht zou moeten geven in alle kosten. Het prospectus (inzicht in kosten vooraf) en het jaarverslag (inzicht in kosten achteraf) zijn nu vaak al lastig te begrijpen en zouden twee keer zo omvangrijk worden.
Het is echter geen groot probleem dat een deel van de kosten verborgen is. Wetgeving op het gebied van ‘best execution’, maar ook de verplichte accountscontrole en de rol van de depositary helpen allemaal de kosten in de hand te houden. Het probleem zijn dan ook niet zo zeer de verborgen kosten, maar de intransparantie ten aanzien van de kosten.
Wat beheerders van beleggingsfondsen beter kunnen doen is transparant zijn over de kosten. Veel beheerders hebben als belangrijk onderdeel van hun propositie dat ze transparant zijn, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht.
Kosten per categorie en per bron
Beheerders van beleggingsfondsen tonen de kosten op totaalniveau middels een total expense ratio of lopende kosten factor en stellen dat ze daardoor transparant over kosten communiceren. Dit is echter niet het geval. Deze ratio/factor bevat niet alle kosten en het is niet duidelijk wie waarvoor wordt betaald.
Een voor de hele sector geldende wijze ten aanzien van het op gestructureerde en transparante wijze communiceren en rapporteren over kosten is wenselijk. Hierbij is het belangrijk om ook aan te geven wie er, zowel binnen het concern van de beheerder als daarbuiten, geld verdient aan het beleggingsfonds. Bij voorkeur zou dit ook moeten worden gekwantificeerd, maar dit zal wegens concurrentiegevoelige informatie niet altijd kunnen.
Indien de sector het niet alleen bij woorden over transparantie wil houden, dan zou het goed zijn om zelf het initiatief te nemen in plaats van op toekomstige regelgeving te wachten, die ongetwijfeld gaat komen.
Jasper Haak is mede-oprichter van AF Advisors, een in Rotterdam gevestigde consultant in beleggingsoplossingen en research ten behoeve van asset managers en andere financiële instellingen.
Haak deelt op structurele basis met FN Premium-lezers zijn kennis op het gebied van markt- en productontwikkelingen.