Tijdens een flinke reorganisatie heeft DSI de screening-tak weggesneden, Tuchtrecht Banken ontvlochten en daarmee afscheid genomen van een deel van haar personeel. De stichting moet weer terug naar de kern van haar bestaan: vakbekwaamheid en integriteit in de beleggingsindustrie. ‘In januari gaan we volle kracht vooruit’, zegt directeur Floris Mreijen in gesprek met Investment Officer.
Stichting DSI bevindt zich letterlijk midden in de beleggingsindustrie, in het pand van de Nederlandse Effectenbeurs op Beursplein 5. Al wandelend richting de juiste spreekkamer, passeert directeur Floris Mreijen de handelsvloer.
Figuurlijk is er de afgelopen jaren meer afstand geweest, beaamt Mreijen, die sinds april directeur is bij DSI. ‘We zijn minder prominent in de sector aanwezig geweest. In plaats van “van de sector zelf”, waren we meer de “autoriteit op afstand”. Het is van belang om weer echt in de sector te staan. Dat is waar we vandaan komen en waar we van zijn.’
Mreijen komt van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), waar hij verschillende functies heeft doorlopen, laatstelijk als adjunct-directeur. Via die weg kende hij zowel het Tuchtrecht Banken als de stichting DSI al. Met de afsplitsing van Tuchtrecht Banken en daarmee het afscheid van oud-DSI-directeur Jerry Brouwer, zocht DSI een nieuwe directeur.
Kinderziekten
Uiteindelijk kwam Mreijen bij DSI midden in de in 2021 ingezette reorganisatie terecht, waarvan de genoemde afsplitsing van Tuchtrecht Banken een onderdeel was. Dat wat in 2015 was begonnen als een startend initiatief, was uitgegroeid naar een stichting die de nodige tuchtzaken per jaar behandelde.
Mreijen: ‘Dat riep vragen op van het DSI-bestuur: moeten we niet terug naar de kern? Vakbekwaamheid en integriteit in de beleggingsindustrie verzorgen, via de accreditering van opleidingen en certificering van geslaagden. En daarnaast: het permanent vakbekwaam houden van de industrie door leerdoelen op te stellen.’
Het bestuur zag meer uitdagingen. Het nieuwe IT-systeem MijnDSI bleek vol kinderziekten en leverde ongemak op voor klanten. Het systeem schreeuwde om doorontwikkeling. Intussen was screening uitgegroeid tot een bedrijfstak die veel tijd en aandacht vroeg, terwijl andere bedrijven zich erin gespecialiseerd hadden en DSI inhaalden. Mreijen: ‘Een zelfstandig product paste ons niet, ook bedrijfseconomisch niet.’
DSI besloot daarop behalve het Tuchtrecht Banken, haar screeningactiviteiten los te laten in 2021. De stichting slonk van 30 vaste medewerkers en flexibele krachten naar 12. Een aantal vaste krachten bleef werkzaam voor Stichting Tuchtrecht Banken.
Nieuwe DSI
En nu is er “Het nieuwe DSI”, zoals Mreijen het omschrijft. Met weer - zoals het eigenlijk begon in 1999 - de volle focus op certificering en de accreditatie van opleidingen. De financiële sector is verplicht aantoonbaar vakbekwame mensen in dienst te hebben. Vermogensbeheerders en banken kunnen hun mensen daartoe certificeren via een zelfgekozen weg, maar ook voor certificering via DSI kiezen, dat wordt ondersteund door de AFM.
Volgens het jaarverslag van 2021 hebben 5224 professionals zich in Nederland gecertificeerd via DSI. Een jaar eerder waren dat er 5371. Mreijen: ‘Ik denk dat er meerdere redenen zijn dat dat iets afneemt. Deels doordat de financiële sector wordt bedolven onder de regulering en er daarom soms voor kiest vakbekwaamheid deels zelf te registreren in plaats van bij DSI. En de digitale dienstverlening neemt toe, zeker ook in de beleggingsdienstverlening. Daarnaast hebben we vanuit DSI de laatste tijd wat minder bekendheid gegeven aan certificering.’
Dat moet dus veranderen. Behalve meer tijd en aandacht aan de bestaande zeven ESMA-DSI registers waarvoor mensen zich kunnen certificeren, wil de stichting ook onderzoeken of het registers kan verbreden en verdiepen. Mreijen: ‘Een voorbeeld is het compliance-register. Dat is nu nog vrij breed, terwijl de compliance-functie de afgelopen jaren sterk is doorontwikkeld en gespecialiseerd. Wat we willen onderzoeken, is of we daarin mee kunnen gaan, door te kijken naar witwassen en wwft, sanctie-wetgeving, privacy en andere typen specialisaties. We kunnen kijken naar opleidingen die daarvoor geschikt zijn en die accrediteren. Vervolgens kun je er een register aan koppelen.’
Gevraagd naar het thema duurzaamheid zegt Mreijen dat dat geïntegreerd wordt in bestaande examens en jaarlijkse permanente leerdoelen, maar dat DSI ook een specialistenregister overweegt, indien de sector hier behoefte aan heeft. Maar hierbij geldt nu nog het veelgenoemde manco dat rondom duurzaamheidsregelgeving nog veel onduidelijkheden zijn.
Van de sector
Al pratend over de nieuwe plannen en thema’s benadrukt Mreijen nog eens dat DSI hiervoor vooral de behoefte in de sector wil volgen, aangezien DSI ván de sector is. ‘Als de sector het anders wil, gaan we dat doen. Ook de leerdoelen bepalen we samen. We willen onderzoeken hoe we learnings met elkaar kunnen delen. We hoeven ons niet te beperken tot accrediteren of certificeren. We kunnen ook actualiteiten bespreken.’
De komende periode staat in het teken van de vraag hoe de stichting dat gaat doen. Strategische samenwerkingen zijn een mogelijkheid, rondetafels of online bijeenkomsten ook. Op die manier hoopt de stichting ook de mensen in beeld te krijgen die wél werken bij een DSI-deelnemer maar zelf geen DSI-certificering hebben.
Op de vraag of kosten wellicht een rol spelen, zegt Mreijen dat DSI geen winstoogmerk heeft. En dat het kostenmodel voor certificering vrij eenvoudig is: een deelnemende vermogensbeheerder of bank betaalt een jaarlijks bedrag per certificering én een eenmalig bedrag per nieuwe certificering.
Kosten certificering
Een nieuw certificeringsverzoek kost nu nog 155 euro. De jaarlijkse bijdrage is 171 euro bij 0 tot en met 5 medewerkers, en bijna 8000 euro bij 51 tot 100 medewerkers. Beleggingsondernemingen met meer dan 251 gecertificeerden, betalen bijna 67.000 euro. In 2022 gaan die tarieven omhoog, kondigde DSI in september al aan in een e-mail naar leden.
Mreijen: ‘We hebben gecommuniceerd dat we onze tarieven altijd jaarlijks indexeren met het consumentenprijsindexcijfer. We vonden het belangrijk daarover in september een heads up te geven: let op, de verhoging is groter dan normaal - waarbij we niet zeggen dat we de CPI één op één doorberekenen. Maar, we hebben zelf ook te maken met forse kostenstijgingen en inkoopkosten die fors geïndexeerd zijn. We moeten kostendekkend werken.’