Passief wordt steeds belangrijker, maar nog altijd zijn er niet voor alle asset classes goede trackers te vinden. ‘Goede high-yield-trackers zijn lastig te vinden.’
Dat zegt Theo Nijssen, hoofd van het multi manager-team van Kempen Capital Management. Hij is belast met de fondsselectie voor de private bank en de institutionele klanten van Kempen.
Had Nijssen in 2014 nog 40 actieve en 30 passieve fondsen op zijn ‘approved list’ staan, - de lijst met aanbevolen fondsen -, inmiddels staan daar 60 actieve op en 90 passieve producten op. ‘De lat voor actieve fondsen is hoger komen te liggen’, zegt Nijssen in een gesprek met Fondsnieuws.
Hij ziet echter nog steeds ruimte voor actieve managers zowel in aandelenmarkten als obligatiemarkten. Managers die fundamenteel hun bedrijven goed kennen, een hoge active share en een langetermijn-horizon hebben, zijn in staat om hun benchmark te verslaan. Dat geldt bijvoorbeeld zeker voor de categorie small cap managers waar actieve managers echt waarde kunnen toevoegen, toch hebben we daar tegenwoordig ook een tracker op de lijst staan’, zegt hij, ‘omdat de markt zich heeft ontwikkeld en er nu een serieus aanbod is’.
High yield-trackers blijven vaak achter
Niet in alle categorieën is het aanbod aan trackers echter even goed, zegt hij. ‘Passieve high yield-fondsen blijven vaak enorm achter bij hun benchmark. Dat komt doordat de wereldwijde benchmark zo’n 3100 obligaties bevat. Hier zitten veel illiquide exemplaren tussen, waardoor de benchmark moeilijk te volgen is. In reactie hierop gebruiken tracker-aanbieders vaak aangepaste benchmarks die veel minder namen bevatten.
Deze subset is echter vaak geen goede afspiegeling van de gehele markt en dus niet passend bij wat wij zoeken. Verder kan de portefeuille-turnover van een tracker groter zijn waardoor er meer transactiekosten gemaakt worden. Dit leidt uiteindelijk tot een structureel lagere performance dan de index.’
Dit speelde eerder ook voor local currency EMD-trackers, zegt Nijssen, waardoor daar vaak met derivaten werd gewerkt, maar deze markt is veel meer liquide geworden. ‘Hier zijn nu echt wel goede trackers te vinden die met een paar miljard onder beheer ook voldoende schaal hebben en de index nauwgezet volgen.’
Teleurgesteld in actieve EMD-fondsen
Als het gaat om emerging market-debt is Nijssen niet teleurgesteld in passieve fondsen, maar juist in de actieve.
‘Ik ben van oorsprong obligatiebelegger, maar het spijt mij te zeggen dat ik echt teleurgesteld ben in de prestaties van actieve EMD-managers. Je zou zeggen dat deze markt toch voldoende breed is om goede bets te kunnen maken. Je kunt variëren in duratie, valuta, landen, bedrijfsobligaties of staatspapier en investment grade of non-investment grade. En dan nog wordt de performance van EMD-fondsen bepaald op een of twee momenten per jaar waarop er een grote verandering is van de olieprijs of een ander politiek event is.’
‘Alles draait erom hoe je dan gepositioneerd bent. Managers doen in feite dus maar effectief twee keer per jaar een bet die er toe doet (en dan kunnen ze ook nog fout zitten). Indextrackers hebben hier dus steeds meer mijn voorkeur.’