Tom Loonen
i-4gk6Qrf-XL.jpg

Er is serieus en gedegen onderzoek nodig naar nieuwe verdienmodellen voor beleggingsdiensten. Nu wordt die discussie te veel gevoerd op basis van aannames en dogma’s.

Dat stelt Tom Loonen, universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit en werkzaam bij Insinger de Beaufort. Loonen formuleert zijn pleidooi in het vakblad ESB.

Hij wijst erop dat er per 1 januari een provisieverbod van kracht is geworden voor de beleggingsdienstverlening en dat de AFM kort voor de zomer heeft benadrukt dat vermogensbeheerders alleen mogen worden betaald voor de diensten die zij daadwerkelijk voor hun klanten doen.

Met dit persbericht zet de AFM de deur open voor een debat over de beloningsstructuren, zoals die ook al op Fondsnieuws is gevoerd. Loonen vindt zo’n debat ook wenselijk. Nu zijn er namelijk drie in de praktijk veel gebruikte verdienmodellen, die ieder hun eigen discutabele morele en economische dynamiek kennen.

Bij een absoluut bedrag als advies- en beheervergoeding dreigt ‘adviesluiheid’, omdat een actieve prikkel ontbreekt om als adviseur of als vermogensbeheerder scherp te blijven, aldus Loonen.

Daarnaast is er het verdienmodel van een relatieve procentuele vergoeding. In dit geval is de vermogensbeheerder er bij gebaat om het belegbaar vermogen zo hoog mogelijk te houden. En ten derde is er het verdienmodel van het uurtje-factuurtje, waarin de vermogensbeheerder of adviseur belang heeft om zoveel mogelijk adviesuren te declareren. 

Loonen vindt dat de sector naar een situatie groeit waarin het vermogen vooral wordt aangewend om financiële doelstellingen te realiseren, zoal inkomensontwikkeling en pensioenreservering. In dat geval zou de assymetrie in de belangen tussen klant en adviseur teruggedrongen kunnen worden.

Loonen bepleit dat een financieel planner en/of private banker de centrale regierol zou moeten krijgen. Hij moet zich oriënteren op het integrale financieel advies, waarbij de beleggingsdienstverlening in dienst staat van deze planning. 

Dit betekent dat verdienmodellen zouden moeten worden aangepast, omdat er enerzijds sprake is van vermogensadvisering en anderzijds van beleggingsadvisering. Dit zou tot hybride verdienmodellen waarbij een urenvergoeding gecombineerd wordt met een vaste vergoeding. 

Loonen denkt daarbij ondermeer aan een model waarbij in de precontractuele fase (het opstellen van een financieel plan) wordt gewerkt op uurbasis en in de postcontractuele fase met een vaste vergoeding.

Wilt u reageren, stuur u reactie naar redactie@fondsnieuws.nl Stukken mogen niet langer zijn dan 500 woorden. Plaatsing is ter beoordeling aan de (hoofd)redactie van Fondsnieuws.

 

Author(s)
Tags
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No