Eind jaren negentig was het sprookje van Goudlokje en de drie beren erg populair onder economen, schrijft chief investment officer Hans Molenaar van IVM Caring Capital in een opiniebijdrage op Fondsnieuws.
Het sprookje gaat over Goudlokje die in het huis van de drie beren komt en daar drie bordjes pap ziet staan. De pap op het eerste bordje vindt ze te heet, de pap op het tweede bordje vindt ze te koud, maar de temperatuur van de pap op het derde bordje is precies goed en dat bordje eet ze leeg.
In de jaren negentig groeide de economie precies goed. Niet te hard. Hierdoor konden inflatie en rente dalen. En niet te langzaam. Hierdoor konden bedrijven hun winsten laten groeien en stegen de koersen op de aandelenmarkten.
Goudlokje-scenario
Economen noemden dit het “Goudlokje-scenario” en maakten veelvuldig de vergelijking tussen de economie en het sprookje van Goudlokje.
Het Goudlokje-scenario van de jaren negentig eindigde dramatisch. Het ging jaren goed, maar eind jaren negentig raakte de aandelenmarkten in een euforische stemming over technologie- en internetaandelen.
De pap werd veel te heet en in 2001 liep de internetbubbel leeg en lieten de aandelenmarkten een zeer forse correctie zien.
Centrale banken
Als gevolg van de economische crisis was er geen sprake van groei in de afgelopen jaren. Maar het beleid van de centrale banken was wel precies goed. De Federal Reserve, de Bank of Japan en de Europese Centrale Bank namen verschillende maatregelen die als doel hadden de economie te stimuleren.
Het beleid van de banken leidde tot meer vertrouwen in de economie en de financiële markten. De rente daalde als gevolg van het verruimende beleid van de centrale banken. Door dit beleid kwam er ook meer geld in de markten.
In combinatie met het herstel van vertrouwen stegen hierdoor ook de aandelenkoersen. Ook hier is de vergelijking met het sprookje van Goudlokje weer te maken. Dankzij het beleid van de centrale banken bleef de temperatuur van aandelenpap en ook van de obligatiepap precies goed. De rente daalde en de aandelenkoersen stegen.
Wijziging
Dit jaar is er een wijziging gekomen. De economie herstelt. In de Verenigde Staten is de groei al goed op gang. In Europa is het herstel begonnen en in Japan lijkt de groei ook terug te komen. Daarmee is ook een einde gekomen aan de overeenkomst in het beleid van de centrale banken.
De Fed is de stimulering aan het afbouwen en spreekt voorzichtig al weer over verhoging van de rente (net als de Bank of England). De Bank of Japan gaat nog actief verder met haar stimuleringsbeleid en de ECB heeft vorige maand nog extra stimuleringsmaatregelen aangekondigd uit angst voor deflatie in de Eurozone.
Herhaling van de geschiedenis?
Het is te eenvoudig om te stellen dat de geschiedenis zich weer zal herhalen. Er zijn grote verschillen met toen.
Toen was het de groei van de economie die de markten stimuleerde, nu zijn het de centrale banken die stimuleren. De waardering van aandelenmarkten liep eind jaren negentig op tot ongekende hoogte vanwege de euforie over technologie en internet.
Nu is de waardering van aandelenmarkten zeker niet extreem. Aandelenmarkten zijn niet meer goedkoop, maar wij verwachten dat ondernemingen dankzij het economisch herstel in staat zijn hun winsten te laten stijgen.
Obligatiebubbel
Daarom is de huidige waardering in onze ogen gerechtvaardigd. Wij denken dat het risico vooral in obligaties zit en dat daar een bubbel is ontstaan. De nominale rente in Nederland bevindt zich op een historisch dieptepunt.
Als het economisch herstel sterker blijkt dan velen nu denken kan de inflatie of de angst voor inflatie weer toenemen.
Dan kunnen centrale banken ook tot de conclusie komen dat ze te veel en te lang de economie hebben gestimuleerd. Dit kan dan leiden tot stijgende rentes en dalende koersen van obligaties.
Dit risico is in Europa op korte termijn nog niet zo groot maar in de Verenigde Staten en ook het Verenigd Koninkrijk is dit een reëel gevaar. Ook de euforische stemming op de Europese obligatiemarkten kan hierdoor omslaan.
Hans Molenaar is chief investment officer bij IVM Caring Capital.