Tine Vanmassenhove, als commercieel directeur bij Baloise Vie Luxembourg verantwoordelijk voor de Belgische markt, maakt al haar hele carrière vermogende Belgen wegwijs in Luxemburgse beleggingen. Het Groothertogdom heeft onmiskenbare troeven, zegt ze, maar die zijn tegenwoordig het meest uitgesproken voor de grotere vermogens.
Tot midden 2005 trokken zowel grote als kleine Belgische vermogenden naar een Luxemburgse bank om er hun obligatiecoupons belastingvrij te verzilveren. Velen maakten er zelfs een daguitstap van. Maar de Europese Spaarrichtlijn, die de uitwisseling van financiële informatie oplegde aan de lidstaten, betekende het einde van die folklore.
De tijd van die “couponnetjesbussen en -treinen” noemt Vanmassenhove ‘een ander tijdperk’, zo zei ze tegen Investment Officer in de marge van het congres van de vereniging BZB-Fedafin in Brussel. Toch zijn er volgens haar nog steeds verscheidene argumenten om te beleggen in Luxemburgse financiële producten.
Geografische spreiding
Een belangrijke is geografische risicospreiding. ‘Zodat niet al je beleggingen onder dezelfde fiscale jurisdictie vallen. Net zoals je ook kan diversifiëren tussen verschillende activaklassen’, aldus Vanmassenhove.
De vele plannen rond vermogensbelastingen die in de Wetstraat circuleren (miljonairstaks, verhoging effectentaks) of beslist zijn (meerwaardebelasting), wakkeren de kapitaalvlucht verder aan. Vertrouwde landen als Zwitserland of Luxemburg komen dan ter sprake als mogelijke bestemmingen.
‘Luxemburg wordt op fiscaal vlak als een stabiel land gezien’, aldus Vanmassenhove, die voorheen aan de slag was bij Lombard International Assurance en als private banker bij ING Luxemburg. ‘Grotere Belgische vermogens opteren er vaak voor om bij verschillende instellingen in meerdere landen te beleggen, waaronder Luxemburg. De relatie België-Luxemburg is al meer dan dertig jaar een tango, zo noem ik dat. Er is afstoting en aantrekking, maar beide blijven met elkaar verbonden.’
Bij beleggingsverzekeringen slaat geografische spreiding ook om waar de depotbank en de assetmanager gevestigd is, bijvoorbeeld om fiscale redenen. Vanmassenhove: ‘We merken vaak dat Belgische ingezetenen voor een bewaarnemingsbank in Luxemburg kiezen omwille van de soliditeit van deze financiële markt en de kwaliteit van de expertise.’
Nog een voordeel van Luxemburg is de extra horde die de Belgische fiscus moet nemen. In België klagen de banken dat de overheid hen steeds vaker de rol van fiscale poortwachter opdringt, bijvoorbeeld bij de repatriëring van vermogens. Dat leidt tot fricties met de klanten die niet willen dat de staat een volledig zicht op hun vermogen krijgt.
In Luxemburg mag het bankgeheim dan al grotendeels uitgehold zijn, er bestaat nog steeds zoiets als het verzekeringsgeheim. Luxemburgse instellingen spelen nooit op eigen initiatief en zonder toestemming van de klant, gevoelige informatie aan de Belgische fiscus door.
Tak23
Baloise Vie Luxembourg biedt voornamelijk Tak23 aan, de aan beleggingsfondsen gekoppelde levensverzekering die de concurrentie aangaat met de klassieke beleggingsportefeuille via de banken. Door de open architectuur heeft de belegger ‘toegang tot een brede waaier aan beleggingsopties’, volgens Vanmassenhove. Het grootste verschil met een klassieke bankportefeuille is dat Tak23 een verzekeringscontract is, dus met een verzekeringnemer, een verzekerde (die iemand anders kan zijn) en een of meerdere begunstigden bij overlijden van de verzekerde.
Van de 13,3 miljard euro activa onder beheer bij Baloise Vie Luxembourg is een vijfde gelinkt aan de Belgische markt. Vanmassenhove blijft een grote believer in de beleggingsverzekering, ondanks de dreiging van de nieuwe Belgische meerwaardebelasting.
‘De waardepropositie van Tak23 houdt al minstens twintig jaar stand. We hebben hier en daar moeten tweaken en aanpassen, maar de robuustheid van het contract blijft intact. De insurance-wrapper heeft zoveel verschillende toepassingen en voordelen, dat ik het vergelijk met een Zwitsers zakmes.’
‘De waardepropositie van Tak23 houdt al minstens twintig jaar stand’
Tine Vanmassenhove, Baloise Vie Luxembourg
Baloise stelt almaar vaker vast dat grootouders een generatie overslaan en de kleinkinderen als begunstigden aanduiden. ‘Een Tak23 blijft in het domein van successieplanning een heel flexibel instrument. Het is geen bankrekening, maar een draagbaar contract dat je gewoon op zak kan hebben - ook over landsgrenzen heen - en kan doorgeven.’
Vanaf 250.000 euro
Op het BZB-congres, dat zich richt op zelfstandige bankiers en verzekeringsmakelaars, was het Zwitserse merk Baloise met twee stands aanwezig, die niet naast elkaar stonden: eentje van Baloise België, voor de verzekeringsmakelaars met onder meer een retailcliënteel, en de stand van Baloise Vie Luxembourg, dat zich op de adviseurs van de grotere vermogens richt.
Het sterproduct van Baloise Vie Luxembourg is toegankelijk vanaf een inleg van 250.000 euro. Vanmassenhove: ‘Als u me vraagt: is Luxemburg een interessante bestemming voor Belgische beleggers, dan antwoord ik: het hangt sterk af van het profiel van de klant. Voor personen of families die 250.000 euro opzij kunnen leggen, is geografische spreiding heel belangrijk. Voor kleinere vermogens zijn lokale, Belgische oplossingen een goed alternatief dankzij hun toegankelijkheid en eenvoud in beheer.’