Afbeelding van PPPSDavid via Pixabay
chinese-flag-1752046_1280.jpg

De Chinese tienjaarsrente is recent gezakt onder de 1,6 procent, het gevolg van een afzwakkende economie geteisterd door deflatie. Voor het eerst in veertien jaar verschuift het restrictieve monetaire beleid naar een gematigd verruimingsbeleid. Doel: de economie ondersteunen en imagoschade herstellen.

China verkeert in zwaar weer. Ooit was het land het onberispelijke voorbeeld van hoe opkomende landen zich uit armoede konden werken, maar nu is de economische groei vertraagd en heeft de aanhoudende vastgoedcrisis diepe sporen nagelaten. Chinese consumenten houden de hand op de knip, de vraag van binnenlandse bedrijven naar krediet neemt af en risico-averse Chinese beleggers parkeren hun geld in obligaties. 

Het resultaat is een deflatoire omgeving, die de centrale bank probeert te doorbreken met lagere rentes en renteverlagingen. De hoop is dat dit de binnenlandse consumptie herstelt. 

In de afgelopen vijf jaar is de tienjaarsrente  gedaald van 2,6 naar 1,6 procent nu. In diezelfde periode is de dertigjaarsrente gedaald van 3,7 naar 1,8. ‘De Chinese dertigjaarsrente zakte in november 2024 onder de dertigjaarsrente van Japan. Dat sluit aan bij de veelgehoorde verwachting dat China te maken krijgt met “Japanification”’, aldus Lodewijk van der Kroft van Comgest. Hij verwijst naar een langdurige periode van lage economische groei, lage inflatie en extreem lage rentetarieven zoals Japan sinds de jaren negentig ervaart.

Dertigjaarsrente staatsobligaties: China vs Japan

 

De Chinese overheid wil nog verder gaan dan de centrale bank, legt Wei He van Gavekal uit. ‘Overheidswerknemers ontvangen een salarisverhoging en bepaalde goederen worden gesubsidieerd. Terwijl de Chinezen tijdens corona nauwelijks op steun van de overheid konden rekenen, toont de overheid nu wél bereidheid om in te grijpen.’

Afzwakkende economie

Slechts vijf jaar geleden leek de Chinese economie onaantastbaar, met stabiele groeicijfers waar ontwikkelde landen alleen maar van konden dromen. ‘China heeft de afgelopen decennia indrukwekkende groei gerealiseerd. Nu stuit het op de middle-income trap, het punt waarop de overheid het stokje moet overdragen aan het bedrijfsleven en de consument. Dat proces verloopt moeizaam’, aldus Van der Kroft.

He voegt daaraan toe dat de problemen in de Chinese economie structureel van aard zijn en dat de kredietvraag vooral van staatsbedrijven komt. ‘Deze bedrijven zijn geneigd te blijven produceren om de economische groei te stimuleren, zelfs als dit leidt tot overproductie.’

Daarnaast kampt het land met een hoge jeugdwerkloosheid. ‘Er zijn minder banen beschikbaar voor jongeren, maar veel jongeren willen ook uitsluitend de meest prestigieuze banen, terwijl de blue-collar jobs steeds beter betalen’, aldus He.

Risk-off mentaliteit

Een heuse risk-off mentaliteit lijkt zich meester te hebben gemaakt van de Chinezen. Na het vastgoeddebacle hebben veel Chinezen de buik vol van het nemen van risico’s. Van der Kroft: ‘In China moet je je pensioenpotje zelf regelen. Veel Chinezen zagen vastgoed als dé plek om spaarcenten veilig te stallen, maar de vastgoedcrisis is daar een harde les geweest.’

Er zijn momenteel weinig plekken waar de Chinezen hun spaargeld met vertrouwen durven te stallen. Volgens He neemt het spaargeld op deposito’s toe. ‘Obligaties zijn in trek en realiseerden vorig jaar een keurige performance van 9 procent, dankzij de dalende rente’, voegt Van der Kroft toe.

Reputatieschade aandelen

Het land, jarenlang de zwaarst wegende economie in opkomende markten, zag zijn aandeel in de MSCI Emerging Markets Index afnemen van bijna 40 procent naar 27,8 procent. Eind augustus werd China tijdelijk ingehaald door India in de MSCI All Country World Investable Market Index (ACWI IMI). In september herstelden de Chinese beurzen echter met een sterke eindsprint, waardoor het land zijn positie terugwon.

Ook in de eerste week van het nieuwe jaar laten de Chinese aandelenbeurzen negatieve cijfers zien. De CSI 300-index, de benchmark voor aandelen op het vasteland van China, verloor 3,4 procent. Smallcap-aandelen, vertegenwoordigd in de CSI 2000-index, deden het nog slechter en daalden met 7 procent.

Van der Kroft haalt aan dat verhoogde geopolitieke risico’s beleggers terughoudend maken om in China te investeren. De nauwe banden met Rusland herinneren beleggers in opkomende markten aan het risico van kapitaalonttrekking, vooral in het licht van een mogelijke inval in Taiwan. Bovendien ontmoedigen de Verenigde Staten actief investeringen in China, wat de economische druk op het land verder vergroot.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No