Nederlandse pensioenfondsen zijn de afgelopen maanden zeer actief geweest op de renteswapmarkt. In voorbereiding op de invoering van het nieuwe pensioenstelsel breidden zij de afgelopen twaalf maanden hun afdekking van renterisico’s uit van gemiddeld 63 procent tot ruim 70 procent nu.
Dat blijkt uit data van DNB. De ruim 7 procentpunt extra afdekking betekent dat pensioenfondsen het afgelopen jaar extra swaps, Bund futures en swaptions hebben afgesloten met een onderliggende waarde van tezamen grofweg 120 miljard euro.
Dat de gemiddelde renteafdekking nu stijgt, wil echter niet zeggen dat alle pensioenfondsen overtuigd zijn van het nut ervan. Volgens Marten Naaktgeboren, manager balansmanagementadvies bij Achmea Investment Management (foto), is de huidige trend vooral het gevolg van de wens om de dekkingsgraden van pensioenfondsen te beschermen, in aanloop naar het van kracht worden van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). ‘Het moment nadert dat fondsen gaan overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel en de gedachten zijn de afgelopen tijd vooral uitgegaan naar de scenario’s waarin men zeker níet terecht wil komen. Meestal gaat dat dan om een te lage dekkingsgraad. Want dan moeten mogelijk uitkeringen worden gekort op het moment van invaren.’
Fondsen met een hoge of zeer hoge dekkingsgraad hoeven zich daar nauwelijks of in ieder geval veel minder zorgen over te maken, zoals bijvoorbeeld ook PensioenPro vorige week schreef. Naaktgeboren: ‘Waarmee ze ontkomen aan de twee nadelen van swaps: ten eerste moet je ze te zijner tijd ook weer kwijt, namelijk op het moment dat je de renteafdekking weer terug wil brengen naar de “nieuwe” niveaus na invaren, en ten tweede kunnen de swaps rendement kosten, namelijk als de rente de komende tijd niet daalt, maar juist weer stijgt. De renteswaps zorgen er in dat geval wel voor dat de dekkingsgraad minder beweeglijk is, maar zorgen bij een rentedaling wel voor verlies. Dat kan om meeerdere procenten van het belegde vermogen gaan.’
Bund futures
Dat de huidige hoge niveaus van afdekking tijdelijk zijn, denkt ook Gosse Alserda, senior beleggingsstrateeg bij Aegon Asset Management (foto). ‘Bij tijd en wijle kan het de komende jaren dus wel eens druk worden op de swapmarkt, als pensioenfondsen hun posities willen afwikkelen nadat het nieuwe stelsel is ingevoerd. Daarom zien wij nu ook pensioenfondsen die kiezen voor de Bund futures om hun renterisico af te dekken’, aldus Alserda. Want die markt is over het algemeen meer liquide: het gaat veelal om driemaandsproducten, die eenvoudig kunnen worden doorgerold. ‘Een nadeel van dit instrument is dat de aansluiting tussen swaprente en staatsobligaties niet 100 procent is. De probleemloze liquiditeit is echter een groot voordeel.’
Op de swapmarkt komt namelijk de vraag naar (zeer) lange looptijden niet zelden voornamelijk van Nederlandse pensioenfondsen. Het afwikkelen van die posities kan daardoor wat meer tijd kosten. Alserda: ‘Toch is de gewone renteswap normaal gesproken nog steeds het startpunt voor pensioenfondsen die nu hun afdekking willen verhogen. Al kun je je natuurlijk afvragen of het nu een normale situatie is. Daarom kiezen veel pensioenfondsen nu voor de meer liquide looptijden.’
Swaptions
Een derde optie zijn swaptions, opties op een swap. Die zijn wat complexer en wat duurder omdat fondsen een premie moeten betalen, zegt Naaktgeboren van Achmea IM. Het voordeel is echter dat het eventuele verlies beperkt blijft tot die betaalde premie.
Wanneer is welk instrument dan het meest geschikt? ‘In zijn algemeenheid zijn swaps het meest voor de hand liggende instrument’, vindt Naaktgeboren. Maar combinaties met langlopende staatsobligaties, swaptions en futures komen zeker ook voor. ‘Het is sowieso van veel factoren afhankelijk of een pensioenfonds er goed aan doet het renterisico (verder) af te dekken, en dat geldt dus ook voor de manier waarop dat dan het beste kan gebeuren.’
Duidelijk is wel dat het nu standaard gaat om de genoemde derivaten. De klassieke oplossing - aandelen verkopen en met dat geld meer obligaties of hypotheken aanschaffen - is geen optie meer. ‘De asset allocatie van pensioenfondsen ligt voor langere termijn vast, waarbij ook de doelstelling meespeelt een bepaald rendement te willen maken. Daar stapt een pensioenfonds niet zomaar vanaf.’