Christian Preussner
i-FCkvWmR-XL.jpg

De lage olieprijs en de sterke dollar hebben tegengestelde effecten op Amerikaanse bedrijven in verschillende sectoren. Het JP Morgan US Value fonds is daarom overwogen in duurzame consumptiegoederen en financials.

Dit zegt het hoofd van het client portfolio management team van het voor een Morningstar Award genomineerde Amerikaanse aandelenfonds, Christian Preussner (foto), in een gesprek met Fondsnieuws.

Deuk in bedrijfswinsten

Ondanks mooie groeicijfers voor de Amerikaanse economie, vertoonden de bedrijfswinsten in het vierde kwartaal een daling. De sterke dollar en de lage olieprijs drukten met name op de winsten van export- en energiebedrijven. Toch mag niet vergeten worden dat 70% van de bedrijven weldegelijk de algemene vewachtingen overtroffen heeft, keurig binnen de historische lijn, maar onvoldoende om de algehele afname van de winst per aandeel te compenseren.

Al is de dollar wat gestabiliseerd en de olieprijs zelfs iets opgelopen, Preussner voorziet meer bewegelijkheid. ‘Deze trends zullen tevens van invloed zijn op de resultaten in het eerste en tweede kwartaal, wat resulteert in hogere volatiliteit op de aandelenmarkten.’

Overdreven onzekerheid

Ook zetten politieke ontwikkelingen in het Midden Oosten, Oekraïne en Griekenland het beleggerssentiment onder druk. Toch moet de directe impact niet overdreven worden, vindt Preussner.

Wat uiteindelijk telt is dat de euro blijft bestaan. Preussner: ‘Het is vooral sentiment, geopolitiek zie je uiteindelijk niet zo zeer terug in de winstcijfers.’

Daarnaast profiteren intussen niet alleen Europese, maar ook Amerikaanse bedrijven van het hyperactieve beleid van de Europese Centrale Bank (ECB), die met obligatie-opkopen 60 miljard euro per maand uitstrooit over de financiële markten.

Amerikaanse consument

Voor consumenten in de VS betekenen lagere importprijzen - van grondstoffen als olie en buitenlands geproduceerde goederen - in feite een soort belastingverlaging. ‘Amerikanen zijn forenzen, minder uitgaven aan benzine betekent meer geld in de portemonnee.’

Al is de spaarzin van de gemiddelde Amerikaan nog steeds niet hoog, het geld wordt volgens de client-portfoliomanager niet direct uitgegeven. ‘Het duurt altijd een kwartaal of twee voordat ze het geld ter hand nemen en uitgeven.’

Tweede helft

Met dit na-ijl effect in het achterhoofd, ziet de asset manager een sterk tweede halfjaar voor de Amerikaanse economie en bedrijfswinsten. ‘Voor heel 2015 gaan we nog uit van een stijging van de winst per aandeel met 5 procent voor de S&P 500.’

De winststijging zal evenwel niet S&P-breed zijn, maar net als het afgelopen jaar per sector sterk verschillen. ‘Hogere volatiliteit en meer een omgeving voor stock pickers’, vat Preussner samen.

Stock picks

Zoals gezegd, ziet JP Morgan in deze omgeving vooral de sectoren financials en duurzame consumptiegoederen profiteren van de verder aantrekkende economie. Maar ook binnen deze sectoren zijn verschillen groot, wijst Preussner.

Investment banks doen minder met consumenten dan bijvoorbeeld hypotheekbanken. De grootste holding van het fonds is bijvoorbeeld Wells Fargo. Dit is een consumentenbank met veel lokale kantoren, met focus op diensten zoals private banking. 

Verder zijn verzekeraars interessant. Maar vastgoed wordt onderwogen vanwege de hoge waarderingen en voor bouwbedrijven noemt Preussner het ‘nog te vroeg’.

Bij consumentengoederen richt het fonds zich op bijvoorbeeld mediabedrijven, waarvan de advertentieverkopen omhoog kunnen, en winkels en warenhuizen.

Onderwogen sectoren

Tegenover de overwegingen, staan een aantal onderwegingen. Naast bouw, zijn dit met name industrie, gezondheidszorg, informatietechnologie, niet-duurzame consumptiegoederen en energie.

Industrie en niet-duurzame consumptiegoederen hebben te lijden onder goedkope import. Energie ziet er met de lage olieprijs onaantrekkelijk uit. En gezondheidszorg en informatietechnologie zijn duur, wat ze voor een waardebelegger onaantrekkelijk maakt. 

Waardebeleggen

En terwijl beleggen op basis van waarde-strategieën in Europa al langer populair is, wordt het dat ook steeds meer in Amerika. Het US Value fonds, waar met name Europese beleggers in zitten, is gegroeid tot circa 4,4 miljard dollar. Maar het vooral op de Amerikaanse markt gerichte Value Advantage fonds is de grens van 10 miljard dollar al voorbij, wijst Preussner.

‘De Latijns-Amerikaanse belegger kijkt meer naar de S&P 500, Aziatische beleggers naar sectoren en de Europeaan naar waarde. De aandacht van de belegger in de VS schuift langzaam op van groei naar waarde.’

Fonds awards

Met een vrij geconcentreerde portefeuille, met een active share van 63 procent, blijft het US Value fonds de Russel 1000 Value-benchmark goed bij, terwijl de volatiliteit lager ligt. Volgens cijfers van Morningstar behaalde het fonds een rendement van 29,1 procent in 2014.

Samen met de fondsen Vanguard US Opportunities en iShares Dow Jones Dividend ETF is het genomineerd voor een Morningstar Award in de categorie Amerikaanse aandelen.

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

Author(s)
Companies
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No