NatureFinance's Arend Kulenkampff addressing the COP30 meeting. Photo: NatureFinance.
NatureFinance's Arend Kulenkampff addressing the COP30 meeting. Photo: NatureFinance.

De klimaattop COP30 in Belém leverde weinig politieke vernieuwing op, maar vestigde wel de aandacht op een nieuw financieringsmodel dat relevant kan worden voor beleggers in obligaties en opkomende markten. Het model betaalt landen jaarlijks voor aantoonbaar bosbehoud en behandelt bestaand bos als een financieel actief met voorspelbare kasstromen.

Arend Kulenkampff, hoofd innovatieve financiering bij NatureFinance, ziet in de presentatie van deze Tropical Forests Forever Facility, ofwel TFFF, de meest concrete stap die in Belém werd gezet. ‘Geloofwaardigheid wordt opgebouwd op basis van een trackrecord en in die zin markeert COP30 een belangrijke mijlpaal in het opschalen en mainstream maken van mondiale klimaatfinanciering’, zegt hij in een gesprek met Investment Officer.

Volgens hem liet de conferentie duidelijk zien dat blended finance - publiek en privaat samen - gemeengoed wordt. ‘Veel van de evenementen tijdens de conferentie waren gericht op het tonen van succesvolle klimaat- en natuurgerelateerde financieringsdeals uit het recente verleden, vooral die waarbij ‘gemengde’ publiek-private financieringsoplossingen betrokken waren’, aldus Kulenkampff. Zulke structuren maken het mogelijk dat beperkte publieke middelen veel grotere private investeringen losmaken.

Monitoring door satellieten

Het nieuwe bosfinancieringsmodel werkt volgens een vaste methode. Landen ontvangen een jaarlijkse betaling voor tropisch regenwoud dat behouden blijft of toeneemt. Ontbossing leidt automatisch tot een forse verlaging van de uitkering. De monitoring gebeurt via satellieten. Minstens 20 procent van de middelen gaat naar inheemse en lokale gemeenschappen.

Vooral landen met veel tropisch regenwoud - zoals de Democratische Republiek Congo - kunnen hiervan profiteren.

De kasstroom wordt gefinancierd via een herkenbare constructie. Overheden en filantropische partijen moeten samen 25 miljard dollar aan sponsorkapitaal bijeenbrengen. Dat kapitaal vormt de junior-tranche en dient ervoor om de eerste verliezen op te vangen. Het is de bedoeling dat daarnaast 100 miljard dollar privaat kapitaal wordt aangetrokken in een senior-tranche. Private beleggers zijn daarmee niet direct blootgesteld aan bos-gerelateerd risico. 

Tot nu toe is circa 5,5 miljard dollar toegezegd door onder meer Noorwegen, Duitsland, en Brazilië, maar het Verenigd Koninkrijk heeft laten weten geen belastinggeld hiervoor in te zetten. De Australische filantroop Minderen Foundation heeft tien miljoen dollar toegezegd. Vanuit de financiële sector hebben onder meer ‘s werelds grootste fixed-incomebelegger Pimco en de Britse bank Barclays hun steun uitgesproken. Nederland levert vijf miljoen euro voor de inrichting van het secretariaat. Het vermogen wordt beheerd in een wereldwijd vastrentende portefeuille die fossiele brandstof en ontbossingsrisico’s uitsluit. De netto-inkomsten van het fonds vormen dan de bron voor de jaarlijkse bosbetalingen.

Ontbrekende schakel

Volgens Kulenkampff vult het systeem een fundamentele leemte in de financiële architectuur voor natuur. ‘De waarde van natuur en biodiversiteit wordt simpelweg niet weerspiegeld in hogere risico-gecorrigeerde rendementen’, zegt hij. Hij wijst erop dat bosrijke landen vaak kampen met hoge kapitaalkosten.

‘Het probleem is niet een gebrek aan kansen, maar een gebrek aan structuren die ecologische veerkracht omzetten in sterkere kredietwaardigheid en investeerbare rendementen.’ Het mechanisme moet landen met grote bosgebieden een voorspelbare inkomstenstroom geven en zo het risico van emerging markets verminderen.

Volgens Kulenkampff ‘kristalliseert de businesscase voor natuur zich geleidelijk uit’ en wordt die sterker naarmate de kwaliteit van data beter wordt en marktstructuren verder worden uitgewerkt.

Beleggers minder zichtbaar

Dat beleggers minder zichtbaar waren tijdens COP30 ziet hij niet als een teken van terughoudendheid. ‘Veel financiële instellingen, waaronder Amerikaanse bedrijven, waren actief tijdens de pre-COP-financieringsbesprekingen in São Paulo’, zegt hij. ‘Ze zijn simpelweg minder publiekelijk over hun verschuiving naar klimaat- en op natuurbehoud gerichte investeringen.’ Volgens Kulenkampff duidt deze verminderde zichtbaarheid op normalisatie. ‘Veel beleggers weten wat ze moeten doen en steeds meer ook hoe ze het moeten doen, zij het stilletjes.’

Het TFFF-fonds kan uiteindelijk tot 74 landen omvatten, die samen goed zijn voor ruim een miljard hectare tropisch bos. Dankzij deze faciliteit kan regenwoudbeheer uitgroeien tot een nieuwe categorie binnen sovereign impact investing, waarmee bosbehoud voor het eerst een meetbare en financieel relevante factor zou worden.

‘We beschikken nu over de blauwdrukken en in toenemende mate de modellen die kapitaal in staat stellen met vertrouwen richting natuur te bewegen’, aldus Kulenkampff.

Lokale projecten blijven essentieel

Wouter Soetaert, business development manager voor blended finance bij Triodos Investment Management, ziet het nieuwe fondsmechanisme als een waardevolle stap maar waarschuwt dat de onderstroom niet vergeten mag worden. ‘Naast deze voorgestelde kapitaalstromen naar landen toe om bosbehoud te stimuleren moet vooral ook gewerkt worden aan zichtbaarheid en financierbaarheid van lokale private projecten in emerging markets op het gebied van nature-based solutions’, zegt hij. Veel van die projecten combineren volgens hem klimaatwinst, herstel van biodiversiteit en directe betrokkenheid van lokale gemeenschappen.

‘Met name de projecten waarin positieve verandering samenkomt op het gebied van klimaat biodiversiteit en de betrokkenheid van bewoners verdienen ondersteuning bij ontwikkeling en meerjarige financiering’, aldus Soetaert. ‘Dus naast dit top-down initiatief is er vooral ook urgentie om aan de slag te gaan met concrete projecten.’

Author(s)
Categories
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No