groene investeringen
groene investeringen

De duurzame beleggingswereld kijkt met spanning uit naar de herziening van de Europese SFDR-regels volgende week. Die komt niets te vroeg, want de huidige regels laten te veel ruimte voor greenwashing, vindt de Europese consumentenkoepel BEUC.

BEUC ging via een enquête in elf Europese landen (10.000 respondenten) na hoe het grote publiek tegen duurzame beleggingen aankijkt. In België werkte consumentenorganisatie Test-Aankoop mee, in Nederland de Consumentenbond. Een duidelijke conclusie: duurzame beleggingen blijken vaak niet te voldoen aan de verwachting die de belegger ervan had. De enquête onthult een kloof tussen wat duurzame beleggers voor ogen hebben en de minder groene realiteit die in meerdere gevallen achter het als duurzaam verkochte beleggingsfonds schuilt.

Fossiele brandstoffen

Zo vinden zowat zes op de tien beleggers met interesse in duurzame investeringen dat bedrijven die nieuwe projecten in fossiele brandstoffen opstarten, per definitie geen duurzame belegging kunnen zijn. Toch kunnen zulke bedrijven volgens de huidige Europese regelgeving SFDR (Sustainable Finance Disclosure Regulation) wel gecatalogeerd worden als duurzame belegging.

‘Het risico op greenwashing is daardoor te groot’, zegt de consumentenkoepel, verwijzend naar recent onderzoek door The Guardian. Die krant onthulde dat Europese ‘groene’ fondsen voor meer dan 33 miljard dollar belegden in de grote olie- en gasmaatschappijen.

Beleggers, en zeker zij die bewust duurzaam proberen te beleggen, worden in de praktijk vrij vaak geconfronteerd met greenwashing, zo blijkt uit de enquête. In België zegt 48 procent van de duurzame beleggers een ‘duurzame’ belegging gekocht of aangeboden gekregen te hebben waarvan ze ontdekten dat het financiële product minder duurzaam was dan aangekondigd. In Nederland is dat 41 procent.

BEUC vindt dat fondshuizen een te grote marge hebben om duurzaamheidspretenties te maken en vreest dat in duurzaamheid geïnteresseerde beleggers hierdoor gaan afhaken. Meer dan een derde van de ondervraagden noemt misleidende, moeilijk verifieerbare of onbetrouwbare groene beweringen als reden om geen duurzame beleggingen aan te gaan.

‘Assetmanagers gebruikten artikel 8 en 9, de categorieën uit de SFDR-regels, in essentie als marketinginstrument’, zegt Tom Redmond, beleidsadviseur sustainable finance bij BEUC. ‘Wat veelzeggend is: het jongste rapport van Morningstar geeft aan dat artikel 8- en artikel 9-fondsen goed zijn voor een marktaandeel van 59 procent. Dat is onrealistisch hoog voor duurzame beleggingen.’

Fondshuizen zeggen ter verdediging dat ze gewoon de SFDR-regels toepassen. ‘Assetmanagers bewegen zich inderdaad binnen het raamwerk van de regelgever. Maar meer ambitieuze initiatieven zouden toch goed om te zien zijn. Na zowat 4 jaar SFDR zien we toch relatief weinig supergroene producten’, vindt Redmond.

Nog een opvallende conclusie uit de enquête: slechts zes op de tien duurzame beleggers (61 procent in België, 65 procent in Nederland) zeggen tevreden te zijn over de informatie die ze gekregen hebben over de duurzaamheidskenmerken van hun belegging. Dat is beduidend lager dan de tevredenheid over de puur financiële informatie die ze ontvingen over het product.

SFDR 2.0

De consumentenorganisatie staat niet alleen met haar bezorgdheden. Ook de toezichthouders AFM (Nederland), Bafin (Duitsland) en FMA (Oostenrijk) spraken eerder dit jaar in een gezamenlijke brief aan de Europese Commissie over ‘significante greenwashing risico’s’. Ze vinden dat de update van de SFDR-regels broodnodig is om ‘het vertrouwen in de markt te herstellen’.

De publicatie van SFDR 2.0, waarvan al een gelekte versie circuleert, staat op 19 november op de Europese agenda. Het gaat om het voorstel van de Europese Commissie, dat daarna nog door Europese wetgevingsmallemolen moet.

SFDR 2.0 wordt cruciaal om echt duurzame beleggingen een duw in de rug te geven, zegt BEUC. Redmond: ‘Onderschat het aanpassingvermogen van de sector niet. Kijk naar de verstrenging rond fondsnamen met duurzaamheidstermen door toezichthouder ESMA. Sommige assetmanagers hebben weliswaar het woordje “duurzaam” uit de fondsnaam geschrapt, maar andere hebben hun fonds zo aangepast dat ze toch de duurzaamheidsterm kunnen behouden.’

De beleidsadviseur legt ook de link met de competitiviteit van de EU in de wereldeconomie. ‘Als Europa een leider wil zijn in cleantech, dan kunnen de retailbeleggers daarvoor het nodige kapitaal leveren.’

Uitgelekte versie

Volgens de gelekte versie denkt de Europese Commissie aan drie categorieën: transitie (artikel 7), ‘other ESG’ (artikel 8) en duurzaam (artikel 9). 

Redmond: ‘We juichen toe dat er een heel zuivere duurzame categorie lijkt aan te komen, met een expliciete uitsluiting van onder meer fossiele brandstoffen. Ook de transitiecategorie is interessant. Dat gaat om bedrijven die vandaag niet duurzaam zijn, maar wel de transitie naar duurzaamheid willen maken. Denk aan de bouwsector. Uit onze enquêtes blijkt dat concrete doelstellingen de particuliere beleggers erg aanspreken. Vandaar dat we onze reserves hebben bij de ‘other ESG‘-categorie waar volgens het lek sprake van is. Die lijkt erg lage drempels te hebben op het vlak van duurzaamheid.’

Over de concrete benamingen van de categorieën doet BEUC een opmerkelijk voorstel. ‘Laat dat niet over aan de wetgever, maar kies de productnamen op basis van consumer testing in heel de EU. Op die manier minimaliseer je begripsverwarring en verzeker je dat beleggers goed begrijpen waarin ze beleggen.’

Categories
Access
Members
Article type
Article
FD Article
No