Op bedevaart naar obligatieland

De paniekerige reactie van de centrale banken leidde tot een de verschroeiende versnelling van de beleidsrente in de VS, die ook de ECB verplichte tot scherpe verhogingen van haar depositietarieven. Alle verzuchtingen ten spijt, rest ons enkel nog de vraag hoelang en tot hoever deze uitspatting zich nog zal uitrekken en hoeveel (vermijdbare) economische schade dergelijk beleid heeft aangericht. 

Jan Vergote: centrale banken dansen op een slappe koord

Wat we vandaag verwachten van de centrale banken is geen sinecure : ze moeten de economie via renteverhogingen doen afkoelen, terwijl de aan gang zijnde oorlog de prijzen (inflatie) hoog houdt (of zelfs verder doet stijgen).

En we zien ondertussen de economie voorzichtig afkoelen door een dalende consumentenkoopkracht en - vertrouwen. Ze remmen dus af (via hun renteverhogingen) in een vertragende of zelfs krimpende economie, wat geen evidentie is.

Het einde van de euro komt dichterbij

Voor het eerst sinds 2002 staat de euro gelijk aan de dollar. In de zomer van 2008 was één euro maar liefst 1,6 dollar waard. Maar nu de eurozone de frontlinie vormt in de oorlog in de Oekraïne en de ECB tegelijkertijd vanwege fragmentatierisico’s terughoudend is met het verhogen van de rente, lijkt de euro maar één kant op te kunnen en dat is omlaag. De snelle daling van de euro is een voorbode voor de volgende eurocrisis. 

De bijzondere Amerikaanse rentecurve

Vanaf een jaar of drie is de Amerikaanse rentecurve zo plat als een dubbeltje. Het rendement op een Amerikaanse staatslening van drie jaar is gelijk aan het rendement op een staatslening van 30 jaar. Afgelopen maand waren verschillende delen van deze rentecurve zelfs invers.

Wanneer in de afgelopen zeventig jaar de Amerikaanse rentecurve (typisch de 10 jaars minus de 2 jaars) invers was, volgde vrijwel altijd een recessie. Die correlatie klopt, maar of er sprake is van causaliteit is twijfelachtig.

Het gevecht tegen de hokjesgeest

Een aandelenportefeuille is op verschillende manieren te benaderen. Zo is er een verdeling te maken tussen binnenlandse aandelen en buitenlandse aandelen, of een verdeling op basis van marktkapitalisatie met de driedeling largecaps, midcaps en smallcaps. En er zijn verdelingen op basis van sectoren, factoren en uiteraard regio’s.

Aan elke verdeling zitten voordelen, maar ook nadelen. Dit jaar moet een belegger op zoek naar aandelen die in geen van die hokjes passen.

Binnenlands, buitenlands

Minder liquiditeit drukt inflatie

De Democratische senator Joe Manchin wil tegen het Build Back Better programma van president Joe Biden stemmen. Aangezien de Democraten maar een nipte meerderheid hebben in de Senaat, een meerderheid die ze bovendien eind dit jaar gaan verliezen, is het dan gedaan met de vrijgevigheid van de Amerikaanse overheid.

Volgens de Republikeinse senatoren en Manchin gaat het niet inmiddels niet meer om het redden van de economie, maar om het bestrijden van de oplopende inflatie. 

Analyse: doemscenario's, welke van deze drie komt uit?

Beleggers kijken over een breed front naar de nabije toekomst van de markten. De bulls zien overeenkomsten met 2017 en 2018: sterke groei, gevolgd door een melt-up. De bears trekken parallellen met 2007 en 2008: een aantal deleveraging events, gevolgd door een Minsky-moment - dat wil zeggen een plotselinge ineenstorting van activawaarden.

Amerikaanse aandelen te duur? Ja, maar…

Amerikaanse aandelen zijn te duur wanneer je kijkt naar de klassieke waarderingsmaatstaven. Ook Jeremy Grantham van GMO is het hiermee eens. Maar let op, er zijn twee bepalende elementen die een en ander nuanceren, onder andere de sterk toegenomen schaalbaarheid van (technologie)bedrijven en de bijzonder hoge risicopremies. 

In deze analyse geven we twee argumenten voor een aanhoudende outperformance van Amerikaanse aandelen, en twee voor betere prestaties van internationale/groeilandenaandelen.