
De nieuwste gouverneur van de Federal Reserve, Stephen Miran, brak afgelopen week met traditie. In plaats van een kort schriftelijk statement koos hij ervoor zijn afwijkende stem uitgebreid toe te lichten in een toespraak bij het Economic Club of New York. Voor de markten lijkt zijn afwijking vooralsnog weinig gewicht te hebben: rentebesluiten blijven een team-effort.
Miran liet er geen gras over groeien. In zijn eerste publieke optreden zei hij dat het monetair beleid ‘ruim in restrictief terrein’ zit. Volgens hem staat de korte rente zeker 2 procentpunten te hoog. Hij pleit voor snellere en grotere verlagingen dan Fed-voorzitter Jerome Powell en de andere leden willen. ‘Ik ga niet stemmen voor iets waarin ik niet geloof, enkel om de illusie van consensus te wekken’, aldus Miran.
De econoom, afgelopen maand door Trump benoemd, stemde als enige voor een verlaging van 50 basispunten bij het jongste beleidsbesluit. De elf andere leden kozen voor 25 basispunten. Miran kondigde aan te blijven pleiten voor een reeks ‘vijftigers’ om de rente sneller terug te brengen richting 2 à 2,5 procent, ver onder de huidige 4 tot 4,25 procent.
Beperkte impact
Beleggers trekken zich weinig aan van zijn afwijking. ‘Aan het eind van de dag beslist een comité’, zegt Joe Davis, hoofdeconoom bij Vanguard. Eén stem verandert volgens hem de koers niet wezenlijk. Verschillen van inzicht zijn volgens Davis bovendien normaal in de huidige omstandigheden, met een afkoelende arbeidsmarkt en hardnekkig hoge inflatie.
Luc Aben, hoofdeconoom van Van Lanschot Kempen, noemt Mirans opstelling ‘meer politiek dan economisch’. Belangrijker vindt hij dat twee andere Trump-genomineerden, Christopher Waller en Michelle Bowman, hun eerdere voorkeur voor grotere verlagingen hebben laten varen. Hun draai naar 25 basispunten neemt volgens Aben de angel uit vermoedens dat hun beleid vooral door persoonlijke ambities werd gedreven.
De mediane prognose van de Fed wijst nu op twee extra verlagingen in 2025 en nog één in 2026. Aben spreekt van een ‘voorzichtige koers’, ondanks de politieke druk om verder te versoepelen. Futures prijzen voorlopig een nieuwe verlaging van 25 basispunten in, niet de 50 waar Miran op aandringt.
Politiek of economie?
Miran benadrukt dat zijn visie puur economisch gedreven is. Trump zou hem slechts één keer hebben gebeld om te feliciteren, zonder over beleid te spreken.
Toch verbindt Miran economische verwachtingen nadrukkelijk aan politiek beleid. Volgens hem drukken strengere grenscontroles en meer uitzettingen de bevolkingsgroei. Dat vermindert de druk op huurprijzen en remt de uitbreiding van de beroepsbevolking, waardoor inflatie afneemt en lagere rentes verdedigbaar zijn.
Miran betoogde ook dat Trumps importheffingen niet inflatoir werken. Volgens hem verhogen de opbrengsten de nationale besparingen en verlagen zij de neutrale rente.
Vooruitblik
Vanguard verwacht dat de Fed dit jaar nog één keer met 25 basispunten verlaagt en in 2026 nog één à twee stappen, in totaal circa 100 basispunten. Dat pad is voorzichtiger dan de verwachtingen van aandelenmarkten; die rekenen op meer.
Volgens Davis is de cruciale vraag of de vertragende economie vooral aanbod- of vraaggedreven is. Hij schat dat ongeveer 60 procent te maken heeft met een krapper arbeidsaanbod door immigratie en vergrijzing. Maar ook de vraagkant is afgekoeld. Te ruime renteverlagingen zouden volgens hem het inflatievuur opnieuw kunnen aanwakkeren.