Tijdens de Deloitte Private Art & Finance Conference in New York deden beleggers iets wat ze zelden doen: ze haalden hun eigen beleggingscategorie onderuit.
De zeventiende editie van het evenement, waar private banken, family offices, verzamelaars en adviseurs elkaar ontmoetten, draaide om één vraag: is kunst eigenlijk nog wel een interessante belegging? De aanwezige fondsmanagers vonden van niet.
‘Beleggen in kunst via een fonds is een extreem dure onderneming, tenzij het fonds heel groot is, uitzonderlijk goed wordt beheerd en de kosten laag zijn’, zei Philip Hoffman, oprichter van de Fine Art Group, dat negen fondsen beheert en vermogende families adviseert over kunstfinanciering. ‘Ik heb nog geen fonds gezien dat dat goed doet’, zei hij tegen Investment Officer.
Cultuur of kapitaal?
Een panel van kunstbeleggingsspecialisten klonk al even nuchter. Betsy Bickar, hoofd kunstadvies bij Citi Wealth, zei dat haar team kunst vooral als cultureel bezit beschouwt, niet als financieel instrument. ‘Wij gebruiken het woord ‘belegging’ eigenlijk niet’, zei ze. ‘De waarde van kunst ligt in nalatenschap, identiteit en betekenis. Natuurlijk wil iedereen dat een werk zijn waarde behoudt, maar je moet er ook tegen kunnen als het niets meer waard blijkt te zijn.’
Haar team richt zich op ‘curatoriële due diligence’: het begrijpen van de kunstenaar, de staat van het werk en de plaats ervan binnen een oeuvre, in plaats van op financiële voorspellingen. ‘Elk werk heeft zijn eigen levenscyclus. Juist daarom is het heel moeilijk om het als een beleggingscategorie te beschouwen’, zei ze.
Jeffrey Horvitz, CEO van Moreland Wealth Services, zette het economisch perspectief uiteen. ‘Stel je een markt voor waarin je 20 procent betaalt om te kopen en nog eens 20 om te verkopen’, zei hij. ‘Als dat de aandelenmarkt was, zou die niet bestaan.’ Met de Amerikaanse vermogenswinstbelasting op verzamelobjecten van 28 procent, plus belastingen, komt het netto-rendement volgens hem zelden boven de 6,5 procent per jaar uit.
Minder passie, minder allocatie
Die realiteitszin is zichtbaar in de cijfers. Deloitte berekende dat de gemiddelde kunst-allocatie van family offices in 2025 gedaald tot 8,8 procent, tegen 13,4 procent twee jaar geleden. Niemand rapporteert nog cliënten met meer dan 30 procent kunstblootstelling. De meeste zitten tussen 3 en 10 procent.
Tegelijkertijd groeit de markt in absolute termen. Het totale bezit aan kunst en verzamelobjecten onder ultra-vermogende individuen steeg van 2.170 miljard dollar in 2022 naar ruim 2.500 miljard in 2024. Deloitte verwacht dat dat bedrag in 2030 kan oplopen tot bijna 3.500 miljard dollar.
Maar die groei zegt weinig over de aantrekkelijkheid van kunst als belegging. Uit het jongste Art Basel- en UBS-onderzoek blijkt dat vermogende particulieren hun kunstblootstelling juist verlagen. Waar hun allocatie in 2022 nog 24 procent bedroeg, is dat dit jaar gedaald tot 15 procent.
Lars Nittve, voorzitter van het investeringscomité van Arte Collectum en voormalig directeur van Tate Modern, gaf een mogelijke verklaring. Zijn fonds richt zich op kunstenaars die historisch buiten de mainstream zijn gebleven. ‘De enige werken die hun waarde behouden, zijn de werken die musea willen lenen voor hun volgende retrospectief.’ zei hij. ‘Dat zijn de echte ankers in de markt.’
Een markt die piept en kraakt
Ook vermogensbeheerders trekken zich terug. Slechts de helft van de ondervraagde private banken en family offices biedt nog kunstgerelateerde diensten aan, tegen ruim 60 procent vorig jaar, blijkt uit Deloitte’s Art & Finance Report 2025. Van de 37 family offices en 65 private banken wereldwijd die deelnamen, zegt een groeiend aantal dat de risico’s en compliance-eisen niet meer opwegen tegen de voordelen.
De rendementen helpen evenmin. De Artnet Fine Art Top 100-index leverde de afgelopen twintig jaar gemiddeld zo’n 3 procent per jaar op, tegenover ruim 10 procent voor de S&P500. De afgelopen tien jaar was het resultaat zelfs negatief: minus 2,9 procent per jaar, vergeleken met een plus van 13,3 procent voor de Amerikaanse aandelenmarkt.
Toch vindt driekwart van de professionals nog steeds dat kunst thuishoort binnen vermogensbeheer. Volgens Deloitte ligt de terugval deels aan regelgeving en het ontbreken van standaardisatie in de markt.
De glans eraf
Slechts 12 procent van de kunstadviseurs toont nog interesse in kunstfondsen of aanverwante producten, tegen 26 procent een jaar eerder. Onder verzamelaars daalde het van 32 naar 17 procent. Zelfs onder vermogensbeheerders, doorgaans verdedigers van kunst als diversificatiemiddel, liep het terug van 23 naar 16 procent.
Toch ziet Hoffman een praktische manier voor instellingen een kunstblootstelling te krijgen zonder zich met bezit of opslag te hoeven bezighouden: kunst-gedekte leningen. ‘Dat lijkt op een private-debtfonds, met netto-rendementen rond de 10 procent per jaar’, zei hij. ‘Pensioenfondsen houden van de stabiliteit. De lening is gedekt door topkunst, werken die bij Sotheby’s of Christie’s in de avond worden geveild, wanneer de duurste werken aan bod komen.’
Volgens Hoffman leent zijn bedrijf doorgaans tot 50 procent van de waarde van het onderpand. ‘Het werk zou de helft van zijn waarde moeten verliezen voordat wij verlies lijden’, zei hij.