Managerselectie kan niet onafhankelijk zijn als de selecteur zelf ook vermogen beheert. Pensioenfondsen krijgen bij het kiezen van hun dienstverleners steeds meer oog voor governance-aspecten en dat biedt kansen aan onafhankelijke specialisten.
Op grond van deze overtuigingen gaat Russell Investments ervan uit de komende jaren te groeien in de Nederlandse pensioenfondsenmarkt. ‘Niet meteen nú’, zegt Maarten Roeleveld, die sinds een paar maanden leiding geeft aan de Nederlandse vestiging van de Amerikaanse fiduciair manager. ‘Als dadelijk een groot deel van de pensioenfondsen de nieuwe pensioenwet Wtp heeft geïmplementeerd, dan verwachten we weer beweging.’
Roeleveld baseert zich onder meer op een van de laatste RFP’s die op de markt kwam vlak voordat het Wtp-geweld in 2023 losbrak. ‘Als een van de eerste voorwaarden stond daarin: onze nieuwe fiduciair manager mag zelf geen assets managen. Toen wisten wij dat we een hele goede kans maakten.’ Russell Investments won die aanbesteding ook.
Net als de Nederlandse pensioenfondsen is het Amerikaanse Russell Investments een multi-asset- en een multi-manager-belegger. De kern van de dienstverlening is niet het zelf beleggen, maar het selecteren van de best passende assetmanager om tot een maatwerkoplossing voor klanten te komen. ‘We volgen actief wereldwijd ruim 16.000 strategieën en uit dat universum selecteren we de beste oplossingen. In Nederland heet dat fiduciair management, in het Verenigd Koninkrijk en de VS wordt het meestal aangeduid met outsourced chief investment officer, OCIO. In ieder geval: dit is waar wij op focussen, om te beginnen zijn wij een managerselectiebedrijf.’
‘Gratis’ erbij
Wereldwijd heeft Russell Investments ongeveer 95 miljard euro aan fiduciaire (of OCIO-) mandaten. Daarmee kan het geen grote partij worden genoemd, in ieder geval niet in Nederland. Hier zitten de grootste spelers (Achmea IM, MN, Blackrock) alleen al met Nederlands pensioenvermogen ruim boven dat bedrag.
Het gegeven dat er geen vermogen zélf wordt beheerd is echter onderscheidend. Russell Investments publiceert wel een cijfer over de assets under management (314 miljard euro per eind september 2025), maar dat betreft vermogen waarvoor ook externe managers zijn aangetrokken om dat daadwerkelijk te beleggen. Veel andere fiduciair managers betrekken wel hun ‘eigen’ investment manager bij het selectieproces, of spreken bij het sluiten van de fiduciaire overeenkomsten met een pensioenfonds af dat sowieso de LDI-portefeuille door de fiduciair zelf wordt beheerd. ‘Wat in veel gevallen kan betekenen dat de fiduciaire diensten er vervolgens ‘gratis’ bij worden gedaan’, stelt Roeleveld.
Russell Investments kiest dus voor een ander businessmodel, waarin naast de selectie veel plek is ingeruimd voor het zo efficiënt mogelijk implementeren van multi-manager-portefeuilles. Transitiemanagement - een pensioenfonds wil wisselen van manager(s) en dat kan praktisch tot behoorlijk wat uitdagingen leiden - is daar een elementair onderdeel van. ‘Als een van de weinige aanbieders van deze dienstverlening hebben wij daar een dedicated team voor’, zegt Roeleveld, ‘en mede daardoor kunnen we bogen op veel tevreden klanten in Nederland.’
Second opinion
Ook in transitiemanagement benadrukt Russell Investments haar onafhankelijkheid en dat vindt weerklank, stelt Roeleveld. ‘Governance was voor pensioenfondsen en andere institutionele beleggers altijd al een belangrijk onderwerp, maar door de aanhoudende trend naar meer openheid en verantwoording komt daar steeds meer de nadruk op te liggen’, analyseert hij. ‘Pensioenfondsen kunnen aangesproken worden op de onafhankelijkheid van hun besluitvorming, op het voorkomen van belangenverstrengeling of de schijn daarvan, op de zuiverheid van hun processen en organisatie. Volgens ons hoort daarbij dat je de selectie van managers laat doen door iemand die onafhankelijk alle mogelijkheden tegen elkaar afweegt.’
Het toenemende belang van transparantie leidt daarnaast ook tot andere soorten opdrachten, zo merkt hij op. ‘We worden steeds vaker ingeschakeld om een second opinion af te geven over het werk van een assetmanager, of om bepaalde activiteiten van een fiduciair manager structureel te monitoren, of om alleen de return-portefeuille te managen. Ook in die gevallen worden we ingeschakeld om onze onafhankelijke blik. Zo’n rol als vertrouwde adviseur is alleen mogelijk als je geen concurrent bent van de partij die je monitort. Dan zou je immers altijd kwetsbaar kunnen zijn voor het verwijt dat je erop uit bent zelf de beleggingen te gaan doen.’