De natuurlijke rente stort in – wat nu voor de ECB?
Al maanden wordt er gespeculeerd over de vraag wanneer de ECB haar rentetarieven zal verlagen. Maar of dat nou in april, juni, juli of nog iets later gebeurt, dat maakt eigenlijk niet zo heel veel uit.
Een eerste renteverlaging zal ongetwijfeld gevolgd worden door verdere renteverlagingen. Interessanter daarom is de vraag op welk niveau de rente uiteindelijk terechtkomt. Om daar een slag naar te slaan kijken economen graag naar de ‘natuurlijke rente’.
De paradox van de belegger
Afgelopen week nam ik deel aan twee beleggingsdiscussies. In beide discussies werd mijn aandacht getrokken door tegenstrijdigheden in de meningen van beleggers.
Bij de eerste lichtte een zeer succesvolle aandelenbelegger de resultaten toe van het beheer dat hij doet voor een stichting waarbij ik een adviesrol vervul. ESG staat daarbij hoog in het vaandel. De filosofie van deze belegger is dat hij bedrijven selecteert die een duurzaam competitief voordeel genieten. Zij kunnen immers een superieure winstgroei realiseren.
Arbeidsproductiviteit is de motor
Voor de Kerst mocht ik een presentatie doen voor een groep beleggers. Een belangrijk discussiepunt was de invloed van kunstmatige intelligentie (AI) op de economie en in het bijzonder op de vooruitzichten voor de aandelenmarkt. Zoals gebruikelijk stonden optimisten en sceptici tegenover elkaar.
Hoe is het mogelijk?
Er staat ons op politiek gebied het een en ander te wachten dit jaar en dat zal de economie niet onberoerd laten. Wij krijgen dit jaar (hopelijk) een nieuwe regering, er zijn Europese verkiezingen in juni en de Amerikaanse verkiezingen zijn in november. Bij veel uitslagen en opiniepeilingen vragen mensen zich hardop af hoe het mogelijk is.
Waardoor daalt de inflatie?
De inflatie is in veel landen de laatste tijd zo sterk gedaald dat centrale bankiers zich er hun verbazing over uitspreken. Als je de prijsontwikkeling over de laatste drie of zes maanden neemt en die omrekent naar een jaarcijfer, dan kom je in veel landen lager uit dan de 2 procent-doelstelling van de meeste centrale banken.
Harakiri bij de oosterburen
Er voltrekt zich in Duitsland een economische ramp in slow-motion. Veel aandacht is er echter niet voor. Het typeert de stemming in Europa. Iedereen windt zich op over van alles en nog wat, maar in de basis van onze welvaart is geen mens meer geïnteresseerd. Oké, ik chargeer misschien. Dat komt omdat ik me er zo over opwind.
In vergelijking met andere Europese economieën kenmerkt de Duitse zich door een relatief grote industriële sector (ongeveer 20 procent van het bbp). Die is de basis van de Duitse welvaart waarop wij meeliften.
Nu komt het moeilijkste deel
In de bestrijding van de inflatie moeten centrale bankiers drie cruciale beslissingen nemen. De eerste is bepalen wanneer een inflatiedreiging een verkrapping van het monetaire beleid rechtvaardigt. De tweede is bepalen hoe sterk dat beleid verkrapt moet worden om de inflatie eronder te krijgen en de derde is uit te maken wanneer het beleid weer moet worden versoepeld om onnodige schade aan de economie te voorkomen.
Verkiezingen, ESG in de pensioensector en bestaanszekerheid
De kiezer heeft gesproken en net als de markt heeft de kiezer altijd gelijk. Nu ja, volgens de opiniepeilingen hadden we een heel andere uitslag gehad als de verkiezingen een week eerder waren gehouden. Hoe dan ook, tot de volgende verkiezingen zullen we het met de nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer moeten doen.
Inflatie overwonnen (?), feestje op de beurs
De Amerikaanse inflatiecijfers voor oktober duwden de S&P 500 vorige week eensklaps zo’n 2 procent omhoog en die winst werd de rest van de week vastgehouden. De gedachte van marktparticipanten is kennelijk dat de inflatie weliswaar nog boven de doelstelling van de Fed ligt, maar dat de overwinning op het inflatiemonster desondanks gevierd kan worden.
Collectieve gekte, maar er gloort hoop
Al jaren bekruipt mij het gevoel dat de wereld gek wordt. In verkiezingstijd gaat dat nog sneller. Ik kom liever niet openlijk uit voor deze gevoelens, want als je zegt dat de meeste andere mensen steeds gekker worden, riskeer je tenminste de verdenking dat je zelf gek bent. Dat risico loop ik dan nu maar een keer.