Grafiek van de week: is monetaire glas half vol of half leeg?

De Federal Reserve verhoogde de rente in juni niet. Echter, door nog eens twee extra renteverhogingen voor dit jaar in het nieuwe Dot Plot in te tekenen, moet deze beslissing worden gezien als het (eenmalig) overslaan (skippen) van een nieuwe rentestap. Het is dus zelfs geen pauze als je Powell tijdens de laatste persconferentie mag geloven.

‘Wij kopen alle dips in de buik van de rentecurve’

Veel asset managers houden een slag om de arm met hun rentevoorspellingen voor de tweede jaarhelft. Maar daaraan heeft Franck Dixmier, global CIO bij Allianz Global Investors, weinig boodschap. ‘Het monetaire beleid begint nu écht te bijten.’

De  centrale bankiers van de Federal Reserve verwachten een rentepiek tussen 5,5 en 5,75 procent, zo blijkt uit de meest recente dot-plot. Dat is een half procentpunt hoger dan de voorspellingen, die het Amerikaanse stelsel van centrale banken in maart publiceerde.  

‘Dat jongeren risicovoller kunnen beleggen is een misvatting’

Een bekend beleggersadagium luidt: een langere beleggingshorizon leidt tot een hoger rendement. Hoe jonger een belegger, des te risicovoller hij of zij kan beleggen. Dat is statistisch onjuist. 

Dat stelt Tjitsger Hulshoff, onderzoeker en ALM-specialist, in een paper over de potentiële valkuilen van het nieuwe pensioenakkoord. De misvatting is gebaseerd op een te nauwe blik op statistiek en modellen, legt hij uit aan Investment Officer. 

‘Alternatives zijn niet langer optioneel’

De negatieve correlatie tussen obligaties en aandelen is geen zekerheid meer als gevolg van de structureel hogere inflatie in het komende decennium. Het is daarom ‘absolute noodzaak’ geworden om de klassieke 60/40 portefeuille aan te vullen met alternatives. 

Dat zei global market strategist Vincent Juvyns van JP Morgan Asset Management dinsdagavond tijdens de presentatie van de vooruitzichten voor de tweede jaarhelft in Amsterdam. 

Stephan Desplancke: negatieve correlatie aandelen-obligaties afgelopen?

Hoge en volatiele reële rentevoeten en inflatie, een positieve correlatie tussen beide risicopremies, stagflatie en een procyclisch monetair beleid zijn historisch de belangrijkste factoren die een positieve correlatie teweegbrengen tussen aandelen en obligaties. Als je vergelijkt met de periode 2000-2020, zijn bepaalde van die factoren nu wel nadrukkelijk aanwezig.

Op zijn minst moet de langdurige negatieve correlatie in vraag worden gesteld en moeten beleggers hun portefeuilles stresstesten om rekening te houden met periodes van positieve correlatie.